Meer foto’s bekijken? Klik hier!
Bali, Indonesië op ontdekking in Denpasar en omstreken.
Op maandag 26 juni nemen we de 4 uur durende vlucht van Bangkok naar Denpasar, de hoofdstad van Bali, Indonesië. Alles gaat prima en we komen rond de middag met de taxi aan bij onze Couchsurf host Made. Hij woont in Seminyak, een dorpje naast Denpasar. Het verkeer hier is dramatisch. De vele scooters halen auto’s die vaststaan in de file links, rechts of over het voetpad in, dus zelfs als voetganger moet je oppassen. De weg oversteken is soms een hele klus. Soms staan er verkeersregelaars langs de weg die met een fluitje en armbewegingen duidelijk proberen te maken wie er mag rijden/lopen. Al met al is het dus een herrie van jewelste met vele toeters en fluitjes. Gelukkig is dit wel per dag en tijdstip verschillend. In de spits is het altijd druk, maar op sommige dagen valt het buiten de spits wel mee.
Onze eerste kennismaking met Indonesië
We krijgen van Made een eigen kamer met badkamertje, binnen een soort appartementencomplex waar hij zelf woont en nog wat kamers verhuurt. Hij heeft antwoord op bijna al onze vragen. Als het over Bali gaat weet hij het. We eten een enorm bord rijst met groenten (en kip voor Riny) als lunch voor ongeveer 3 euro totaal. Daarna gaan we op zoek naar een tattooshop waar een bekende van Riny op dat moment wordt getatoeëerd. Het is 3,8 km lopen, en in die 3 kwartier zien we al een behoorlijk stuk van de stad. Het is erg toeristisch met veel winkeltjes, maar ook soms verrassend mooi. Ineens vind je bijvoorbeeld midden in een straat een heel oude tempel, of in ieder geval lijkt het daarop. De wijk van de tattooshop is duidelijk meer toeristisch dan waar wij verblijven. Alles is gericht op de Australische toerist, die zijn hier alom vertegenwoordigd. Ze hebben alle soorten Australisch eten die je je kunt bedenken, dus ik kan mijn hart weer even ophalen. Al kiezen we voor lunch en avondeten toch gewoon voor Indonesische dingen, al is het maar omdat het zoveel goedkoper is.
De weg terug lopen we langs het strand. Tussen het strand en de gigantische, maar ook prachtige, resorts zit helaas een muurtje. Als we tussen het muurtje en de resorts lopen vinden we op iedere 50 meter een verzameling scooters met een stel Indonesische jongeren die roepen “transport?”, “motortaxi?”. Aan de andere kant van de muur is het één groot feest. Het hele strand staat vol met kleurrijke verlichte terrassen, gevuld met toeristen op fel gekleurde zitzakken, genietend van een veel te duren cocktail of Bintang. Dit is duidelijk een bekende hotspot. Alle terrassen hebben live muziek en het ziet er echt gezellig uit. Van de zonsondergang hebben we vandaag niet kunnen genieten door de vele bewolking, maar gelukkig is het ook na die tijd nog lekker warm op het strand. Op ons gemak lopen we naar ‘huis’ en op advies van Made vinden we weer een smakelijk tentje om wat avondeten te scoren. De pindasaus in de Gado Gado is veel beter dan we gewend zijn, home made en niet zo’n dikke pap. Meer een waterig sausje wat toch heel veel smaak heeft. Riny probeert de Bami Goreng, en ook die is verre van wat we gewend zijn uiteraard. Gelukkig maar, want ook voor de andere smaken reizen we af naar de andere kant van de wereld natuurlijk.
We slapen heerlijk in onze kamer met airco en vrijwel zonder muggen. We hoeven hier in ieder geval niet bang te zijn voor malaria, dat komt op heel Indonesië voor, behalve op Bali. Ik denk dat die muggen het hier te druk vinden, haha. Vandaag nemen we de tijd om de rest van onze tijd in Indonesië te plannen. We huren via Made een motor voor de komende vier weken. Dan verloopt ons gratis visa en moeten we het land even uit om weer een nieuw 30-dagen-visa te kunnen krijgen. We zijn dus druk bezig om uit te zoeken waar we dan heen willen. Vliegen naar Maleisië of Singapore lijkt het goedkoopst, maar daar kan je waarschijnlijk op een goedkopere manier komen via de boot vanaf een dichtbij gelegen Indonesisch eiland. Wie zouden graag naar de Filipijnen gaan, omdat we daar sowieso een vlucht voor moeten nemen. Daarna zouden we dan weer naar Indonesië kunnen vliegen, bijvoorbeeld Jakarta. Daar wat rondreizen op een motor en dan richting Maleisië of Singapore.
Voor het eerst op de scooter door de drukke straten
De komende 4 weken is het plan om in ieder geval Bali, Lombok en de Gili eilanden te zien, en misschien Lembongan en Ceningan. Als we dan nog tijd hebben hopen we West Nusa en Komodo nog te kunnen zien. Aan het eind van de middag hebben we onze motor, wat stiekem gewoon een scooter is, en kunnen we gaan crossen! We rijden op navigatie naar Tanah Lot, aan de westkust van Bali. Het is een hele ervaring zo’n ritje op een scooter. Het is nogal druk op de weg, vooral het dorp uit en aan het eind van de route. We slingeren tussen de langzaam rijdende auto’s door, halen links en rechts in, rijden stukken op de verkeerde weghelft (niet omdat we even vergeten waren dat we links moeten rijden hoor), rijden door rood en ga zo maar door. Met andere woorden, we volgen het verkeer en doen wat iedereen doet. Ik ben allang blij dat ik zelf niet hoef te rijden, al zit ik soms tenenkrommend en met mijn ogen dicht achterop.
Het lijkt een mooie zonsondergang te worden, dus de tempel aan zee stroomt over van toeristen. Blijkbaar is dit een populair plekje. In de menigte is het dan ook erg toevallig dat we twee mede couchsurfers tegenkomen, een Amerikaan en een uit Oekraïne. Entree is (nog) gratis, maar de locals weten hun geld wel te verdienen met een kraampje met eten en drinken, kleding of souvenirs. De tempels zelf kan je overigens niet in, maar zijn van buiten al erg mooi. Zeker als silhouet tegen een oranje lucht. De terugweg naar de scooter denken we slim te zijn en we lopen over de golfbaan en door een rijstveld. Helaas was het niet de kortste weg en snijden de hoge planten al aardig in ons been. Ondertussen hebben we ook een heel leger aan muggen achter ons aan en moeten we soms wegduiken voor een wel erg laag vliegende vleermuis. Als ik dan ook nog uitglij en tot aan mijn knie in de klei vast zit heb ik het wel gehad… Na heel wat wrikken en trekken heb ik gelukkig mijn slipper nog kunnen redden, hoewel de kleur van de slipper (en mijn been) niet meer te zien was. Uiteindelijk komen we in de achtertuin van een restaurant of hotel uit, waar op dat moment een traditionele Balinese show aan de gang is. Dat pikken we mooi even mee! Hopelijk hebben de bewakers bij de uitgang niet door dat we eigenlijk geen entree betaald hebben.
‘s Avonds voegen zich een Javanees en een Duitse Iranees toe aan ons gezelschap en gaan we ‘chic’ uit eten bij Char Char. Het is een super gezellige avond met goed en best luxe eten voor slechts 7 euro per persoon. Tja, dat is hier toch wel aan de prijs. Hoewel ze richting het strand op de resorts gewoon Westerse prijzen hanteren. Daar zul je ons dus niet zo snel zien. We spreken af om de volgende dag met z’n allen te gaan touren. Nu dus snel naar bed en morgen ‘vroeg’ op.
Een dagtrip naar Ubud met traditionele koffie
Tegen 11u vertrekken we met 3 scooters en 6 leuke mensen richting onze eerste bestemming; de Kampo Lampo waterval, ten zuidwesten van Ubud. Weer een super toeristische hotspot, dit keer moeten we wel entree betalen, 1 euro per persoon. We krijgen dan wel een persoonlijke gids mee die ons voetje voor voetje over de rotsen, door het water, begeleid naar 2 mooie watervallen. Het bruine water ziet er niet erg aantrekkelijk uit, maar met dit weer is een frisse duik toch ook wel welkom. Gelukkig zit er geen luchtje aan, haha.
We lunchen in een tentje op de route en dan gaan we snel door naar de Satri koffieplantage. Hier groeien allerlei eet- en/of drinkbare planten, zoals koffie, tabak, cacao, vanille, enz. Ze vertellen ons over de speciale koffie van de Luwak, een katachtig diertje. De in het wild levende luwak eet de vruchten waarin de koffiebonen verstopt zitten. Vervolgens poepen zij deze bonen heel uit, waarna mensen deze verzamelen en schoonmaken. De bonen worden tot poeder vermaken, welke gebruikt kan worden als instant koffie. Na de gratis proeverij van maar liefst 20 verschillende soorten koffie en thee kunnen we de Luwak koffie proeven voor 50.000 Roepia, iets minder dan 4 euro. Hartstikke duur, maar blijkbaar betalen ze hier in bijvoorbeeld Australië zo’n 20 euro per kopje voor! Het is een echte delicatesse, en zelfs meer waard dan goud. De smaak is eigenlijk niet zo bijzonder, een beetje een slap bakkie met een enorme bodem vol prut. Maar goed, we hebben het geprobeerd.
We gaan door naar de dichtbij gelegen Tirta Empul tempel met daarbij behorende gebedsplaats Pura Pegulibgan. Wederom moeten we hier entree betalen, maar daarvoor krijgen we wel een sarong om mee de gebedsplaats op te mogen. Deze gebedsplaats bestaat uit 3 baden met in totaal 25 fonteinen. Je moet eerst een speciale sarong huren die nat mag worden. Vervolgens ga je in de rij staan in het koude water. Sommige mensen nemen offers mee, rieten mandjes met bloemen, wierook en potjes die ze vullen met het heilig water. Het ritueel is om bij iedere fontein een gebed te doen waarin je dankbaarheid uit. Hierna moet je 3 keer met je hoofd onder de fontein, waarna je verder gaat naar de volgende. Tevens zijn er 2 fonteinen voor een slechte aura, daar moet je dus niet onder gaan staan. Wij waren maar al te blij dat we 2 Indonesiërs in ons gezelschap hadden die ons dit konden vertellen.
We rijden nog langs de rijstvelden van Tegallalang, maar de zon is hier helaas al weg. Voor mooie foto’s van een rijstveld moeten we dus nog een keer terug, gelukkig zijn er op het eiland meer dan genoeg te vinden. In Ubud sluiten we de dag af bij Umah Pizza en na de spits tuffen we in een uurtje weer naar huis.
De zuidkust van Bali
Vandaag maken we een ritje naar de zuidkust van Bali. We springen op de scooter en door het super drukke verkeer banen we ons een weg langs het vliegveld. Die ligt namelijk dwars op het smalste punt van het hele eiland, er gaan maar 2 wegen langs op, één tolweg en één openbare weg. Je kunt al wel raden op welke weg wij zaten natuurlijk…
Na een mooie tocht door een heuvelachtig landschap en langs grote rijstvelden komen we aan op onze eerste bestemming, Nyang Nyang. Een mooi strand welke je alleen kunt bereiken door het steile pad naar beneden te bewandelen. Op het afgelegen strand loopt zelfs een verkoper rond met een koelbox met drinken. Ineen 4x zo duur dan normaal maar ja, geef hem eens ongelijk. Tijd voor een frisse duik in de zee. We ruiken al niet meer zo fris, dus dit is geen overbodige luxe. De zee is prachtig met donkere en lichte stukken, waarbij de lichte stukken super helder en prachtig blauw zijn. Helaas zijn de donkere stukken grote, scherpe stenen en koralen waar je niet graag je blote voeten op zet. Het water inkomen is dus een hele uitdaging, en uiteindelijk geef ik het maar op. We komen straks toch nog op een ander strand.
We rijden door naar Uluwatu, een tempel aan de kust. Het is ongeveer anderhalf uur voor zonsondergang en het krioelt van de toeristen. We betalen voor het parkeren en rijden door naar de entree. Hier moet je wederom entree betalen en ook een sarong huren, omdat je niet met blote benen de tempel mag bezichtigen. Ik word inmiddels erg chagerijnig van al dat betalen en verplicht dingen moeten huren. Daarbij helpt de enorme menigte ook niet echt. We besluiten om niet naar binnen te gaan en rijden door naar Blue Point, een uitzichtpunt in onze Maps Me app.
Dit punt blijkt midden in een 5 sterren resort te liggen, maar we lopen gewoon naar binnen alsof we daar thuis horen. Een prachtig uitzicht is het niet, maar zeker wel een leuke ervaring om op zo’n resort rond te wandelen. We twijfelen nog even of we in het zwembad zullen springen, maar besluiten dat dat misschien toch wel een beetje aso is.
We rijden verder naar Padang Padang Beach. Na een gevecht met een random persoon bovenaan de cliff die parkeergeld van ons wilde, lopen we de 175 treden naar beneden naar het strand. Het is nog net licht genoeg om te kunnen zwemmen, en hier is het iets minder onmogelijk om het water in te komen. Ik twijfel niet langer en spring in het water. Het blijft meters en meters ondiep, door de hoge rotsen en koralen die op sommige punten slechts 10 cm onder het wateroppervlak liggen. Gelukkig kom ik zonder geschaafde knieën weer op het strand en ben ik toch blij even lekker opgefrist te zijn.
Van de zonsondergang gaan we helaas niets zien hier, dus we besluiten om alvast een stuk terug te rijden, en te gaan eten op het strand van Jimbaran. Als we aankomen zien we meteen dat dit een super populair plekje is om te dineren. Het is ontzettend druk met auto’s, scooters, fietsers en voetgangers, maar het uitzicht mag er dan ook wel wezen. De zon zorgt op dit punt voor een prachtige oranje lucht, waarvan we heerlijk kunnen genieten vanaf ons tafeltje op het strand.
Monkey forest en een ‘verlaten’ tempel
Vanochtend doen we even lekker rustig aan. We moeten nog meer dan genoeg werk verzetten op de computer en weten eigenlijk ook niet zo goed wat we hier in de buurt nog kunnen doen. Gelukkig weet onze host nog wel een leuk plekje, en aan het eind van de middag rijden we hier naartoe samen met de Amerikaanse couchsurfer. We beginnen bij de Monkey Forest in Ubud, een regenwoud midden in het centrum, waar loslopende apen de baas zijn. Er word geadviseerd om geen eten mee naar binnen te nemen en je tas goed in de gaten te houden. We hebben al veel verhalen gehoord van gestolen voedsel, telefoons en zelfs teenslippers. Gelukkig lijkt het allemaal mee te vallen. Riny maakt nog een grappig filmpje van een aapje die tijdens het filmen bovenop zijn telefoon klimt. Hij probeert hem inderdaad mee te nemen, maar gelukkig druipt hij zonder geweld weer af als het niet lukt.
We rijden door naar de Elephant Cave, een oude tempel binnen in een grot, met een groot natuurgebied er omheen waar je kunt wandelen. Mooi om te zien, maar niet heel speciaal. Misschien hadden we toch een veel te dure gids moeten betalen om er iets bij te vertellen, maar ja wij zijn niet van die big spenders.
‘s Avonds trakteren we Made op een diner bij een heel leuk en hip fair trade tentje, Fair Warung Balé in Ubud. We krijgen een lage tafel op een rieten ophoging, waar we op de grond op een kussentje plaatsnemen. Het eten, de sfeer en het gezelschap zijn allemaal top en we hebben een fijne avond. Morgen vertrekken we naar drie eilandjes ten zuidoosten van Bali; Nusa Penida, Nusa Lembongan en Nusa Ceningan.
Sonja zegt
Wat hebben jullie alweer veel leuke dingen gezien en gedaan! En weer mooie foto’s met ons gedeeld! Informeer wel even of lombok veilig is als jullie daar nog heen gaan,heb gehoord dat t daar in t binnenland onrustig is.
De Spanjolen zegt
Het klopt dat je in die landen alles bedekt moet hebben om een tempel te bezichtigen. Ik had op Sri-lanka een afrits broek (waar ik de pijpen van aan kon ritsen in een tempel) en een wikkelrok wat een mooi klein pakketje is en ook evt makkelijk als kleed op het strand of badlaken gebruikt kan worden. HAVE FUN.
One Sick Dream zegt
Ja klopt, die wikkelrok gebruiken we ook op het strand inderdaad, erg handig. We weten alleen nooit goed waar we terecht gaan komen dus soms zijn we wat minder voorbereid. Ach ja, ze verhuren ze meestal op de plek zelf want de meeste toeristen hebben sowieso geen idee haha.