Dag 1
Nadat onze tranen van het laatste afscheid zijn opgedroogd en onze gezichten er niet meer uitzien alsof we net knallende ruzie hebben gehad, gaan we ons eerste bordje gereedmaken: “Antwerpen” dat lijkt ons een goed begin. We zetten onze spullen (2 backpacks, 1 tentje en een boodschappentas gevuld met eten voor onderweg) neer bij de deur van het tankstation en besluiten om de mensen hier maar gewoon aan te spreken om te vragen of we mee mogen rijden, aangezien we nu nog dezelfde taal spreken. Het bordje wat we zojuist hebben gemaakt zetten we bij onze tassen neer.
We kijken een beetje rond en bereiden ons voor om de drempel over te stappen. Want de eerste keer iemand vragen of we mee mogen rijden blijft toch altijd even lastig, ook al hebben we daar inmiddels al heel wat ervaring mee.
Er komt een man aangelopen en we vragen hem of we mee mogen rijden, maar helaas gaat hij niet de juiste richting op. Vrijwel direct daarna komt er een Oost-Europees uitziende man naar de deur toe gelopen. We hadden deze man al zien staan tijdens het tanken, maar hij en zijn collega zagen er niet al te vriendelijk uit dus zijn we er maar niet op af gestapt. Maar goed, vooroordelen aan de kant en uitgaan van het goede van de mens, anders komen we er nooit, dus toch maar aanspreken. Nog voordat we ook maar iets konden zeggen spreekt de man ons aan en zegt: “Come with us?”
Verbaasd kijken we hem aan en hij zegt: “Yes, i see sign, you go Antwerp, come with us?”
We kijken elkaar nog even snel aan en accepteren het aanbod, de eerste lift is een feit! Als het in dit tempo doorgaat zijn we zo bij Parijs :).
De mannen blijken Roemenen te zijn die werken in de haven van Vlissingen voor 3 maanden, ze zijn op weg naar Antwerpen omdat ze hebben gehoord dat daar een Roemeense markt is. Op deze markt zouden ze typisch Roemeens eten verkopen en dat misten ze toch wel heel erg. Vooral de Roemeense worst is volgens hen erg lekker, die is gevuld met knoflook en kunnen ze nergens krijgen in Holland. De een praat redelijk Engels, de ander geen woord en zit voor zich uit te staren als een echte Oostblokker. Achteraf vertelde Milou dat de saaie Roemeen behoorlijk wat scheten zat te laten die heel erg stonken. Ik had daar gelukkig geen last van achter de bestuurder. We vragen hen of ze ons af willen zetten bij een tankstation langs de snelweg omdat dit voor ons veel makkelijker is om de volgende lift te vinden en hier gaan ze mee akkoord. Dus we gaan op zoek naar een tankstation wat voor beiden handig is om te stoppen. De afslag die de Roemenen moeten hebben om bij de markt te komen komt echter al veel eerder dan het tankstation en dus vrezen we dat we zullen moeten liften vanaf de oprit. Gelukkig heeft de Roemeen medelijden en vertelt ons dat hij doorrijdt tot het volgende tankstation, dit zou achteraf nog een kleine 20 minuten duren.
Eenmaal uitgestapt gaan we op zoek naar onze volgende lift, hoopvol doordat deze lift zo snel ging besluiten we alvast een bordje te maken met “Parijs” erop. Ook maken we er nog een waarop staat “Lille/Rijssel” wat in Frankrijk ligt, net over de Belgische grens en vandaar dus ook een dubbele naam heeft. Het duurt een kleine 20 minuten voordat onze volgende lift zich aandient, het is een Volkswagen New Beetle met daarin een Fransman en een Duitser die samen onderweg zijn naar Lille om vrienden te bezoeken.
Nadat we zijn ingestapt vragen we hen wat hun onderlinge relatie is en het blijkt dat de auto van de Fransman is en hij heeft de Duitser opgepikt via BlaBlacar.
Voor degene die dit niet kennen, bij Blablacar kan je een profiel aanmaken en aangeven wanneer je waar naartoe rijdt, mensen die dan graag ook naar deze bestemming willen (of een bestemming die op de route ligt) kunnen dan bij jou een verzoek indienen of ze mee mogen rijden en aangeven van waar tot waar ze dat graag zouden willen doen. Degene die de rit aanbiedt kan dan een bedrag bepalen (binnen vastgestelde grenzen, afhankelijk van de route en het aantal kilometers) zodat een deel van de brandstofkosten samen kunnen worden gedeeld en iedereen er baat bij heeft. Daarbij hoef je dan ook niet alleen te reizen.
Ook wij hadden naar deze optie gekeken en er bleek zelfs iemand te reizen van Amsterdam naar Lissabon. De kosten zouden dan echter € 178,- per persoon zijn en dat leek ons een beetje te veel, aangezien we nu wel gaan proberen om zo low-budget mogelijk deze reis voor elkaar te krijgen.
Ze zetten ons af op het laatste tankstation in België, zo’n 20 kilometer voor Lille. We zitten nu al bijna in Frankrijk en het is pas 11:30!
Vanaf dit tankstation duurt het ook niet heel lang voordat we worden geholpen door een Belg die, met zijn slapende zoontje op de achterbank, onderweg is naar huis. We vertellen hem over onze plannen en we blijken een raakvlak te hebben, namelijk China. Wij willen hier nog graag een bezoek aan brengen en hij komt er regelmatig omdat hij een Chinese vrouw heeft. Wanneer hij ons afzet onderaan de afslag van de snelweg in Lille krijgen we nog zijn mailadres en telefoonnummer zodat we contact kunnen houden. Via de mail, omdat hij deze zomer weer naar China gaat en we elkaar daar dan misschien nog kunnen ontmoeten en zijn telefoonnummer voor het geval we niet uit Lille weg kunnen komen en nog een slaapplaats nodig hebben.
Zelfverzekerd zeggen we te hopen tegen die tijd al lang weg zijn aangezien het nu net 12:00 is. Misschien hebben we daarmee het noodlot getart?
De volgende lift duurt namelijk uren, ook al lijkt het alsof we op een prima plek staan met voldoende verkeer. Er stoppen wel wat mensen, maar ze wonen allemaal een stukje verderop, daar hebben we dus niets aan. Na een paar uur gaat het ook nog regenen, wat een ellende! En het is ook nog eens waterkoud!
Rond half 5 sta ik met het telefoonnummer van de man in mijn ene hand en in de andere hand mijn telefoon, klaar om hem te bellen en te zeggen dat we graag op zijn aanbod in gaan. We hebben het echt gehad met Lille en de kou!
Terwijl ik het nummer intoets draai ik me om naar Milou, maar ik zie haar niet meer staan aan de overkant van de kruising. Waar is ze gebleven, de tassen staan er nog wel?! Gelukkig had ze haar roze hoedje op (ik heb een groene) wat we van Marc hebben gekregen tijdens het afscheidsfeest. Marc, dat was een geniaal cadeau! Daar hebben we veel positieve reacties op gehad en we waren ook goed herkenbaar in het grijze grauwe weer. Ik speur naar het hoedje en zie dat ze op de oprit van de snelweg staat, bij een auto… Ik doe mijn telefoon in mijn zak en loop naar haar toe en op dat moment kijkt ze op en schreeuwt dolblij: “We mogen mee!”
En dus laden we snel de tassen in en precies op dat moment komt de Belg van de eerdere lift langs gereden met zijn Chinese vrouw. Ik denk dat hij ook aanvoelde dat we er nog steeds stonden en even kwam kijken of hij nog kon helpen.
We kregen een lift van een vriendelijk jong stel die zijn wezen shoppen in Antwerpen. Het is tenslotte zondag, het is koud en het regent, dus wat doe je dan als je als vrouw achter het stuur zit? Inderdaad, je rijdt naar het grootste winkelcentrum wat je kan vinden. Naast ons op de achterbank ligt nog een doodmoe kindje te slapen.
Ze zetten ons af langs een grote doorgaande weg, net voor de oprit van de snelweg en daar staan we dan, weer terug in de kou en regen. Tja, dat is het risico om in februari door Noord-Europa te gaan liften.
Gelukkig worden we na een klein kwartiertje opgepikt door een kettingrokende jongedame, die als eerste vraagt waar we vandaan komen en direct daarna als tweede vraagt of we “roken” en de derde vraag is of we cocaïne gebruiken. Blijkbaar is dat dus echt het beeld wat de rest van Europa van ons heeft. Nederlanders gebruiken drugs, want daar mag het toch allemaal.
Ze rijdt al rokend en hoestend met haar raam open (brrrr!) naar de afrit waar ze moet zijn en zet ons daar af bij de poortjes van de ‘péage’ ofwel tol. Een kleine 100 meter verderop zit een, dankzij de regen en kou, nu wel een heel verleidelijke McDonalds maar we besluiten om nog te proberen bij Parijs te komen deze dag. Na een half uur verandert die grote gele M van de McDonalds bijna in de ster van Bethlehem, zeker nu het ook al wat donker begint te worden. We spreken af nog 10 auto’s te wachten, en dan gaan we naar de McDonalds om warm te worden en te kijken of we daar in de buurt onze tent op kunnen zetten.
Auto nummer 7 brengt geluk, er zit een man in die op weg is naar zijn werk. Hij werkt nachtdiensten als monteur bij Renault, net voor Parijs en dus mogen we meerijden. Net voor Charles de Gaulle draait hij een grote parkeerplaats op waar we de nacht door zullen brengen.
We lopen wat over de parkeerplaats op zoek naar een goede plek om de tent op te zetten. Een goede plek, waar denk je dan aan? Het liefst vlak, zodat je niet van je matje af glijd of rolt in je slaap, maar ook niet met je hoofd naar beneden slaapt. Op een redelijk zachte ondergrond; niets zo vervelend als een steen die de hele nacht in je rug loopt te prikken. Overdekt als het mogelijk is, dan is ’s morgens de tent ook mooi droog als hij wordt ingepakt (tja, dit lukt eigenlijk vrijwel nooit). Niet te dicht bij een grote boom, die kan nog weleens omvallen hebben we in Australië gemerkt midden in de nacht. En in dit geval willen we liever ook uit het zicht staan, zeker nu er zoveel asielzoekers in vrachtwagens klimmen. Daar wilden we niet voor opgepakt worden.
Uiteindelijk vinden we een mooi plekje en maken ons daar klaar voor de nacht. Een lange nacht wel te verstaan want volgens mij hebben vrachtwagens onderling een afspraak gemaakt ofzo, om om het kwartier de vrachtwagen te starten en weg te rijden. Man man man, dat bleef maar doorgaan. En bij iedere koplamp die bij ons naar binnen scheen waren wij weer bang om ‘ontdekt’ te worden…
Dag 2
’s Morgens zijn we vroeg opgestaan en hebben we helaas toch de tent nat in moeten pakken. Gelukkig zullen we hem vanavond vast weer nodig hebben dus dan valt de schade nog mee.
Eenmaal aan het eind van de parkeerplaats stoppen er voldoende auto’s om ons te helpen maar helaas gaat iedereen naar zijn werk in Parijs. Als we ergens niet willen zijn, is het midden in Parijs. Gouden tip: mocht je ooit besluiten om te gaan liften zorg dan dat je uit de grote steden blijft, want je komt er haast niet meer liftend uit! Dit hebben wij in Barcelona al meegemaakt. Uiteindelijk hebben we daar de trein moeten pakken 3 jaar geleden.
We maken wat nieuwe bordjes van plaatsen die voorbij Parijs liggen, maar wel in de richting van Bordeaux. Hiermee proberen we onze winkansen te verspreiden, met dank aan Holland Casino. De nieuwe bordjes zijn: Le Mans, Tours en Orléans. Uiteindelijk lijkt het erop dat de bordjes helpen want er stopt een man die naar Le Mans gaat.
We stappen bij hem in en direct valt op dat het een soort zakenmannetje is. Hij werkt in de glasvezel industrie en heeft 2 telefoons op zijn dashboard geplakt zitten. 1 voor de vrouwtjes en 1 voor zijn werk en met beide is hij continu bezig. Daarbij rijd hij ook nog eens overal te hard, maar hij heeft daarvoor een super handige betaalde app, die precies aangeeft waar de radar controles staan, waar de politie met controleauto’s rondrijdt en zelfs waar de politie met laserguns langs de weg staat.
Een kilometer of 5 voordat we bij een grote péage komen begint hij ineens heel druk te praten, bijna schreeuwen. Nu is ons Frans wel redelijk, maar als ze snel gaan praten dan raken we ze kwijt dus we proberen er wat van te maken en uiteindelijk blijkt het dat waar hij heen gaat, voor ons niet het meest makkelijk is om in Bordeaux te komen. We zeggen tegen hem dat hij maar moet doen wat hij denkt dat het beste is, ten slotte komt hij hier vaker dan wij en vertrouwen we er maar op dat hij het beste met ons voor heeft.
Gevolg hiervan is dat hij ons net ná de péage, dus eigenlijk midden op de snelweg (wel aan de zijkant gelukkig) afzet. 2 kilometer verderop splitst de snelweg zich in de A10 en A11. Wij moeten de A10 hebben en hij gaat verder over de A11. Dat is dus een goede inschatting geweest van hem. Al met al reed hij dan wel erg hard, maar daarmee maakte hij voor ons wel wat verloren tijd goed, daar zijn we achteraf, nu we veilig langs de snelweg staan, wel weer ontzettend blij om.
De péage is echt groot, er komen wel 12 rijstroken op uit, dus de mensen die helemaal links rijden (waar wij uiteindelijk ook heen moeten) kunnen ons nooit zien staan, laat staan veilig 12 rijstroken oversteken om ons op te pikken. We besluiten om te kijken of we vóór de péage kunnen gaan staan, tussen de laatste 4 rijstroken.
Maar helaas, er hangen ongeveer 26 bordjes met ‘verboden voor voetgangers’. Wel is er nog een soort van kantoor net voor de péage waar ze pasjes verkopen voor de tolwegen, maar daar is echt geen hond te zien en dus besluiten we maar weer terug te gaan naar ons plekje voorbij de péage.
Van korte duur helaas. We vermoeden dat ze ons op een camera hebben zien lopen langs de tolpoort want na ongeveer 5 minuten is daar de Franse Rijkswaterstaat om ons weg te sturen met een waarschuwing. Er zit dus niets anders op dan bij het verlaten kantoor te gaan staan.
Bij de parkeerplaats staan wel enkele vrachtwagens dus gaan we die maar aanspreken, eigenlijk tegen beter weten in want volgens ons staat de wetgeving het niet toe om met meer dan 2 personen in een vrachtauto te zitten. En zelfs 2 personen is al een uitzondering, volgens een Belgische chauffeur die we daar spreken. Hij moet al toestemming vragen aan zijn baas als hij zijn vrouw mee wil nemen en zijn baas moet daarvoor op zijn beurt toestemming krijgen van de verzekering. Waar moet dat toch heen met deze wereld waarin banken en verzekeringen zoveel bepalen voor ons?
Heel af en toe komt er een auto de parkeerplaats op gereden om naar het toilet te gaan. Veelal zijn dit oudere stelletjes die hun pensioen hebben gestoken in een veel te dure en veel te grote auto en daarmee, vooral zondags, rondjes gaan rijden. Dit zijn nou niet bepaald de mensen die lifters meenemen hebben we wel gemerkt in al die jaren.
Na een uurtje stopt er een Fransman voor een toiletstop. Van een kleine afstand houd Milou de deur van het toiletgebouw nauwlettend in de gaten. Zodra de man eruit komt sprint ze er naartoe. De beste man gaat richting Orléans. Daar willen wij ook graag heen en dus mogen we met hem mee. Het is een vriendelijk klein kereltje die ons afzet bij een tankstation net voor Orléans en dus ook net vóór de afslag naar Bordeaux. We drinken een bakje koffie, eten een broodje en gaan weer naar de uitgang van de parkeerplaats met ons nieuwe bordje ‘Bordeaux’. Bordeaux is nog wel zo’n 400 kilometer maar goed, de zon is gaan schijnen, de buikjes zijn gevuld, dare to dream big!
Na een kwartiertje is het dan zover, er stopt een man die naar Bordeaux moet en jazeker, we mogen het hele stuk meerijden met hem! Het is een bijzonder vriendelijke man (David) die onderweg is naar Bordeaux voor een vergadering morgen. Hij is veel onderweg voor zijn werk (had een nieuwe auto van 15 dagen oud met al 4000 kilometer op de teller) en vind dat alleen rijden ook maar saai, hij is vanmorgen al vroeg vertrokken en kan inmiddels wel wat afleiding gebruiken.
Hij praat veel en rustig waardoor we hem redelijk kunnen verstaan en ons Frans weer een beetje kunnen opkrikken. Zo’n 20 kilometer voor Bordeaux komt hij met een voorstel: hij heeft een collega die in Bordeaux woont en hij dacht dat zij ons misschien wel een slaapplek zou willen bieden voor vannacht. Dat zou helemaal super zijn natuurlijk!
Hij belt haar op en ze gaat akkoord, fantastisch. Daarna komt het voorstel van zijn kant om samen pizza te eten als we bij Veronique aankomen, ook dat hoef je ons geen 2 keer te vragen. Hij belt hiervoor zijn andere collega ook nog even op en iedereen is het eens. We gaan pizza eten in Bordeaux en dan ergens bij iemand in de huiskamer slapen op een slaapbank.
Echter als we een paar minuten van het huis van Veronique vandaan zijn raakt David lichtelijk in paniek. Veronique beantwoord zijn sms’jes niet en ze neemt ook haar telefoon niet op. Hij weet nu niet goed wat hij moet doen. Is ze bang geworden?
Hij legt ons de situatie nog maar eens uit, Veronique is een alleenstaande vrouw die haar arm heeft gebroken en schijnbaar zijn de mensen in Bordeaux en zuidwest Frankrijk nogal achterdochtig waardoor hij denkt dat ze nu bang is geworden om 2 wildvreemde lifters die een collega van haar heeft opgepikt in haar huis te laten. Als ik het zo opschrijf kan ik het me ook best wel voorstellen dat ze wat bang is geworden.
Bij David in het hotel slapen is geen optie en dus gaat hij ons naar een tankstation brengen net buiten Bordeaux. Is dat even balen. Van pizza eten en slapen op een bank in Bordeaux, naar koud in een natte tent tussen de vrachtwagens ofzo! Ach ja, c’est la vie!
David heeft het er wat moeilijker mee dan wij en voelt zich behoorlijk schuldig over het feit dat de plannen nu anders lopen. Hoe vaak wij ook zeggen dat het niet erg is en al helemaal niet zijn schuld, blijft hij er toch mee zitten. Wij zijn maar wat blij dat we 400 kilometer met hem mee hebben mogen rijden, maar dat ziet hij toch anders. Hij besluit om ons nog op een drankje te trakteren en geeft zijn visitekaartje voor het geval de tent lekt, of het heel hard gaat regenen ofzo, dan mogen we hem bellen en komt hij ons alsnog halen om een alternatief te verzinnen. Dat is wel een erg lief gebaar. We nemen afscheid en gaan kijken of het tankstation wifi heeft zodat we wat berichten naar het thuisfront kunnen sturen. Na onze whatsapp en facebook berichten bij te hebben gewerkt (2 uur later…) en iedereen weer is gerustgesteld gaan we op zoek naar een geschikte plaats voor de tent.
Als de tent eenmaal staat gaan we ons avondeten klaarmaken, risottorijst met bonen. Het klinkt niet heel aantrekkelijk maar het smaakte best aardig. Dit eten we lekker in de tent op, want inmiddels regent het buiten alweer en daarna gaan we slapen.
Dag 3
We staan weer vroeg op (07:00) en pakken de tent in. Hij is helaas weer nat, maar gelukkig was de nacht een stuk minder koud dan gisteren. Dat belooft heel wat te worden vannacht.
Na het inpakken gaan we weer bij de uitgang staan van het parkeerterrein maar hier hebben we niet zoveel geluk. Er rijden heel veel auto’s met werkverkeer rond omdat ze de parkeerplaats aan het verbouwen zijn. Op een gegeven moment zijn we die bouwvakkers zo beu dat we maar naar het tankstation lopen en daar mensen aan gaan spreken. Inmiddels is het al half 10 en staan we nog steeds op dezelfde plaats. Dat voelt niet fijn omdat we gemiddeld 400 kilometer per dag af moeten leggen om op tijd te zijn voor onze vlucht. Gelukkig hebben we wat speling opgebouwd gisteren, maar om die nu al te verspelen is wel erg zonde.
Na nog een klein kwartiertje is daar dan Simon, hij heeft een kleine caddy en daar kunnen we met zijn 2en wel voorin zitten. We zetten onze spullen achterin en nemen plaats. Simon is onderweg naar Lissabon, dat zou dus een flinke sprong voor ons kunnen zijn. We pakken snel de kaart erbij en beginnen te zoeken wat zijn route is en wat voor ons handig is. Het lijkt erop dat we tot aan Burgos mee kunnen rijden met Simon, dit is ruim 400 kilometer en dus gaan we ons gemiddelde voor vandaag wederom halen, met wat geluk komen we zelfs nog wel een heel stuk verder. We denken stiekem al een beetje aan de mogelijkheid om in Vigo aan te komen vandaag. Dat zou nog een goeie 500 kilometer zijn vanaf Burgos en de weg ernaartoe lijkt veelbelovend.
Net in Spanje stoppen we om wat te eten en daarna gaat de reis verder naar Burgos. Eenmaal hier aangekomen zoeken we een tankstation en nemen afscheid van Simon. Vol goede moed gaan we op zoek naar onze volgende lift, richting León.
Dat valt zwaar tegen. Naast het tankstation ligt een parallelweg en daar maken heel veel mensen gebruik van om in de richting van een andere snelweg (terug naar Burgos) of naar huis te rijden. Verder splitst de snelweg zich net na het tankstation op in Madrid en Palencia. Na ongeveer een uur komt er een auto aan van de guardia civil, en even was ik bang dat we mee zouden moeten naar het bureau. De man doet zijn raampje open en begint Spaans te praten. Ik heb geen idee wat hij zegt en vraag met een lach op mijn gezicht en mijn duim omhoog of hij ons naar León wil brengen. Hieruit maakt hij op dat we staan te liften en dan is het goed, ze rijden weer weg. Nog geen 5 minuten later komt er een andere auto van de guardia civil langs Milou gereden. Zou er iemand misschien gebeld hebben dat we daar staan? Het lijkt er wel op in ieder geval.
Na ongeveer 3 uur stopt er een man met een oranje Holland trui; hij bied aan ons naar een dorpje 20 kilometer verderop te brengen. We willen hier heel graag weg dus stappen snel in. De man praat geen Engels of Frans dus wordt het een rustig ritje aangezien wij geen woord Spaans spreken. Bij het dorpje is een tankstation en daar zet hij ons af, vlakbij de snelweg. We lopen terug naar de oprit en gaan daar nog een poging wagen om verder te komen.
De oprit ligt bij een helling en bovenop de helling ligt de snelweg. Na ruim een uur besluit ik om eens een poging te wagen naast de snelweg, wel achter de vangrail uiteraard. Ik sta daar ongeveer 5 minuten en ineens hoor ik Milou schreeuwen dat er politie aankomt. Ik kijk om en zie ze de snelweg af rijden, heeft er weer iemand gebeld?
Ik duik achter een kerstboom en besluit te wachten om te zien wat er gebeurt, want ik denk niet dat ik daar had mogen staan in ieder geval.
Ze stappen uit en bereiden zich ergens op voor zie ik door de dennennaalden heen. Oh oooooh! Na een paar minuten lijkt het erop alsof ze een controle uit gaan voeren en besluit ik maar naar beneden terug te lopen, op hoop van zegen. Ze gaan een routine controle uitvoeren, onderaan een snelweg waar niemand komt (dat hadden wij inmiddels al wel door). Ze zouden eens moeten werken! Onze kansen om een lift te vinden waren dus inmiddels van 0,1 naar 0,0 gedaald, niemand die nu nog durft te stoppen natuurlijk voor een paar lifters als er een auto van de guardia civil aan de andere kant van de rotonde staat. Eventjes lijkt het erop alsof een vrouw ons wil helpen, totdat ze de politie ziet en snel doorrijdt. Uiteindelijk gaat de politie weer weg en is het inmiddels al 7 uur, maar nog wel licht. We kunnen merken dat we zuidelijker zijn nu. Helaas ook vrij hoog op een berg, want waar het eerder vandaag 15 graden was buiten, is het nu maar een graad of 5. Helemaal gefrustreerd door de politie en het feit dat we zo goed op weg waren tot nu toe, besluiten we het bijltje erbij neer te leggen en de tent op te gaan zetten in het hoger gelegen grasveld naast de weg, zodat de politie ons niet kan zien.
We koken ons eten dit maal voorzichtig in de tent omdat het buiten inmiddels met bakken uit de hemel komt gevallen (en maar zeggen dat het weer in Spanje altijd mooi is…). Met de toevoeging van een bouillonblokje beleven we een smaaksensatie als nooit tevoren, vergeleken met gisteren dan. Daarna gaan we lekker slapen.
Dag 4
We hebben de wekker maar wat eerder gezet (05:30), aangezien het langer licht bleef leek het mij ook logisch dat het wat eerder licht wordt en hoe eerder we hier weg zijn hoe beter.
De nacht is ontzettend koud geweest en bij het openen van de tent blijkt wel hoe dat komt. De tent is veranderd in een groene Iglo! Al het regenwater wat erop is gevallen en condens van binnenuit zijn vast gevroren aan de tent, het is één groot ijsje geworden. De temperatuur is vannacht gezakt tot -5! Go to Spain, they said… it’s nice and warm, they said….
We proberen de tent nog te ontdooien door thee te zetten in de tent maar tevergeefs, we zullen ons ijsje zo in moeten pakken.
Na het inpakken gaan we zo snel mogelijk naar het tankstation om op te warmen. Gelukkig is deze al open en is het binnen lekker warm. De vrouw achter de kassa praat in het Spaans tegen ons en we proberen haar uit te leggen wat er gebeurt is en waar we naartoe willen. Ze lijkt het te begrijpen.
Na een bakje koffie en warme chocomel gaan we naar buiten om een lift te zoeken uit dit gat. We hopen dat het makkelijker zal gaan nu de mensen naar hun werk gaan maar het valt nog steeds tegen. De vrouw bij het tankstation doet ook haar best door de mensen die komen tanken in het Spaans aan te spreken en te vragen of we mee mogen, maar niemand gaat de goede kant op. We rapen onze tassen weer op van de grond en willen teruglopen naar de oprit waar we gisteren stonden, misschien hebben we daar nu wel geluk. Op dat moment komt er een auto met daarin een jong stelletje aan op het tankstation.
Ze gaan naar binnen en halen wat te drinken. Ik zag ze ook al aankomen dus ik loop erop af, maar ze zijn te snel naar binnen gegaan. Ik loop dus naar binnen en kijk de vrouw achter de kassa aan. Ze vraagt iets aan de andere man die er al staat en geeft aan dat hij ons niet meeneemt. Het jonge stel vraagt ze echter niks dus die vraag ik zelf maar op de weg naar buiten. Ze gaan naar León en we mogen mee! 150 kilometer de goede kant op.
Het zijn studenten die Engels spreken, dat is ook wel weer even fijn na 2 dagen Frans en Spaans. Ze zijn op weg naar school en zetten ons af op de plaats waar ze de snelweg verlaten.
We staan hier een uur te liften maar niemand die ons mee wil nemen. In Noordwest Spanje is het niet handig om te liften, daar zijn we inmiddels al wel achter. Geen enkel tankstation ligt hier aan de snelweg. We pakken de kaart erbij en gaan lopen naar het volgende tankstation, zo’n anderhalve kilometer verderop. Eenmaal hier aangekomen lijkt dit ook niet echt een handige plek en kunnen we in de verte een grote rotonde zien liggen die volgens onze kaart aan de snelweg ligt. Dat wordt nog anderhalve kilometer door het gras wandelen dus. Gelukkig is het zonnetje weer gaan schijnen en valt het mee met de kou.
Deze rotonde lijkt wel een goede plek voor succes maar ook dat valt nog vies tegen. Er stoppen wat mensen die ons verschillende adviezen geven. De een zegt dat we naar Lugo moeten gaan en de ander dat we dat juist niet moeten doen, maar naar Benavente moeten gaan. We schrijven dus nog maar 2 bordjes en we besluiten daarheen te gaan waar de eerste ons heen brengt. Soms moet je je gewoon overgeven aan het lot.
En wat bepaalt ons lot? Er stopt een oude man die netjes uitstapt om ons het een en ander uit te leggen, in het Spaans waar we geen hout van begrijpen. Uiteindelijk lijkt het erop dat hij zegt, dat we niet naar Lugo moeten gaan want dat is niet de goede kant op, maar ook zeker niet naar Benavente want dat is nog erger. Hij wil ons 40 kilometer verderop afzetten bij Bañeza. Tja als ons lot dat zegt, dan doen we dat maar. Tenslotte is het wel weer 40 kilometer dichterbij.
De man is vriendelijk en praat Spaans en ook wat Frans en denkt dat wij uit Engeland komen. We laten hem dat maar gewoon geloven, want eer we hem uitgelegd hebben dat dat niet zo is, is ons jaar al om denk ik. Hij rijdt door zijn oude woonplaats heen op weg naar Baneza en vertelt dat er daar een groot restaurant zit voor truckers en een tankstation voor auto’s, dus dat er voldoende mogelijkheden zijn voor ons om een lift te vinden. We stappen uit bij het restaurant, bedanken de man vriendelijk en pakken ons bordje Vigo erbij. Volgens de man was dat het beste.
Na een klein uur stopt er een vrouw die ons wel naar het dorp kan brengen waar zij woont, 20 kilometer verderop langs de snelweg. We zijn hier blij mee en stappen in, maar eenmaal bij het dorpje aangekomen snapt ze er niets meer van. Ik vraag haar naar de snelweg en het lijkt wel alsof ze wakker schrikt: ‘Snelweg?’ Ondertussen blijft ze maar doorrijden en krijgen we haar niet uitgelegd waar we willen stoppen.
We proberen wat anders en vragen haar of er een busstation is. Dat snapt ze wel en ze geeft aan dat er 1 is. Tijdens het rijden legt ze ons uit waar het station is. “Het station is hier bij de kruising rechts en dan links en dan nog een paar honderd meter…”. Echter wil ze zelf nog voor de kruising linksaf slaan, regelrecht naar haar huis toe. We roepen in koor dat we naar het busstation willen, ze schrikt wéér wakker en zegt ons daar naartoe te brengen.
Eenmaal uitgestapt op het busstation gaan we maar eens kijken of er een bus naar Vigo gaat en wat de prijs daarvan is. Het loket is pas over 3 kwartier geopend en dus lijkt het ons beter om de snelweg maar weer op te gaan zoeken en toch nog even verder proberen te komen.
Na zo’n 2 kilometer gewandeld te hebben in de brandende zon besluiten we om toch maar terug te keren en alsnog te gaan informeren naar de bus. We willen tenslotte niet weer in een Iglo wakker worden of eten koken in de regen. Daarbij schiet het nou nog niet bepaald op in Spanje met liften en is een dagje uitrusten in Vigo misschien ook wel lekker voordat we aan onze vlucht naar Brazilië gaan beginnen.
De bus gaat over anderhalf uur en kost € 28,- pp. Er zit wifi in de bus en hij zal er ongeveer 4 uur over doen voordat hij aankomt in Vigo. De prijs is redelijk en de wifi in de bus maakt het voor ons mogelijk om tijdens de busreis nog een slaapplaats te zoeken, want midden in Vigo zal de tent opzetten niet echt een optie zijn.
We stappen in de bus en vertrekken richting Vigo, onderweg vinden we inderdaad nog een couchsurf adres om 2 nachten te slapen, ideaal!
Voor degene die couchsurfen niet kennen: Couchsurfing.org is een website waarop je een profiel aan kan maken, in dit opzicht lijkt het vrij veel op Facebook. Met dit profiel kun je dan deelnemen aan het concept van couchsurfing. Couchsurfing is een concept waarbij mensen, veelal reizigers, een bank of bed ter beschikking stellen aan andere reizigers. Dit om andere reizigers te ontmoeten, de kosten van verblijf te drukken (dit is veelal de grootste kostenpost van reizen) en om een netwerk van vrienden over de gehele wereld op te bouwen waar je zelf ook gebruik van kan maken wanneer je gaat reizen.
Aangekomen in Vigo is het een half uur lopen naar ons slaapadres waar we Roi ontmoeten, een Galiciaan met ontzettend veel kennis over Galicië, Spanje, Gaelic, Linguistics enz.
We drinken nog een biertje en dan gaan we snel naar bed, de dag is lang genoeg geweest en erg vreemd. Opstaan in een Iglo en ’s middags verbranden in de zon langs de weg.
Dag 5
We slapen lekker uit tot 9 uur en gaan daarna eerst maar eens douchen, dat hebben we al even niet gedaan. Daarna ontbijten we met zijn 3-en en na het ontbijt lenen we 2 mountainbikes van Roi om de overkant van de Ria (een soort fjord maar dan is het niet uitgesleten door een gletsjer maar een bergdal wat volgelopen is met water), bij het dorpje Cagnas te gaan verkennen. Dit zou een heel mooie fietsroute moeten zijn volgens Roi en daar is niks aan gelogen. Het uitzicht is erg mooi en de route avontuurlijk. Zeker voor Milou, die nog nooit op een mountainbike heeft gefietst.
Na een bezoekje aan een oude kerk met prachtig standbeeld van Jezus gaan we weer terug richting de boot. We eten nog snel even wat en gaan dan weer tegen de berg op fietsen naar het huis van Roi.
Na aankomst gaan we richting de supermarkt om eten te halen. We gaan voor Roi koken.
Na het eten drinken we nog wat en daarna krijgen we een rondleiding door de stad en sluiten we de avond af met een drankje. Wij gaan terug naar huis en naar bed, Roi gaat nog even de stad in.
Dag 6
We staan op om 07:30 en pakken onze tassen in. Roi gaat ons met de auto naar het vliegveld brengen, daar hebben we mooi geluk bij. Bij het vliegveld nemen we afscheid en gaan op zoek naar onze gate. Gelukkig gaat alles soepel bij het inchecken en de gate en kunnen we snel aan onze vlucht naar Lissabon beginnen. In Lissabon moeten we dan nog wel een aantal uren wachten voordat we daadwerkelijk Europa gaan verlaten om pas over een jaar ongeveer weer terug te keren naar Europa. Dat is toch een raar gevoel kan ik je zeggen.
Maar we hebben ons eerste avontuur, liftend naar Vigo, met succes afgesloten en kijken nu uit naar onze avonturen in Brazilië. Hoe die verlopen lezen jullie snel in ons volgende blog!
de Spanjolen zegt
Wat een heerlijke blog, wat ik al lezend en switchend tussen deze pagina en google maps heb uitgeplozen. De nachten in Spanje in de winter zijn inderdaad koud. Overdag is het lekker maar śnachts brrrr
En inderdaad Baskenland en Asturias zijn schitterende gebieden maar ik denk dat je er minder liften krijgt dan in de Costa Brava. En de laatste jaren wordt er steeds strenger en vaker door de politie gecontroleerd. Lastig, ja maar jammer genoeg vaak ook noodzakelijk. Maar jullie hebben het gered en zijn inmiddels Europa uit…….
Courax zegt
Haha, ik zie jou al helemaal zitten ja, onze route uitstippelend :D!
Ramona zegt
Wat was dat weer een heerlijke blog. Heb ervan genoten. Kan niet wachten op het volgende verhaal.
Groetjes Ramona
Courax zegt
Dank je Ramona, leuk om te horen dat je hem leuk vond.
Marianne zegt
Wel spannend dat liften maar gelukkig ging dit eerste traject goed.
Heel leuk om de uitgebreide blog te lezen.
Courax zegt
Spannend was het zeker tantetje en koud ook vooral ;). Maar inderdaad is alles gelukkig goed gegaan.
Henk zegt
Het was een hele lap tekst maar leuk om te lezen. Wat een avontuur en dan te bedenken dat het maar over de eerste 6 dagen gaat, dat belooft nog wat.
ik wens jullie nog een hele goede reis en kijk uit naar de volgende blog.
Groeten Henk
Courax zegt
Haha inderdaad Henk, een flinke lap tekst. Daar schrokken we zelf ook wel een beetje van toen hij eenmaal af was. En toen moest de vertaling ook nog… Pffff.
Bedankt voor je reactie en blijf vooral lezen en reageren :).