Vandaag verlaten we West Bali en nemen we de ferry naar Oost Java, een stukje Indonesië waar we behandeld worden als beroemdheden, omdat hier niet veel (blanke) toeristen komen. We eten met en slapen bij locals, bezoeken het prachtige strand Red Island aan de zuidkust en beklimmen de Ijen vulkaan om de blue flames te bezichtigen in de krater en foto’s te maken van de zonsopkomst op de top.
Geen zin om te lezen? Het bijbehorende fotoalbum vind je hier!
Java
Na de prachtige twee duiken in Menjangan is het tijd om de tassen weer op de scooter te binden en richting de haven van Gilimanuk te rijden. Gilimanuk is de havenplaats waarvandaan de boten vertrekken naar Java, dat wordt onze volgende bestemming. Op Java is namelijk een vulkaan te beklimmen waarop je de zogenaamde ‘blue flames’ kan zien. Deze ontstaan doordat zwavel in gasvorm, met een temperatuur van zo’n 600 graden, ontsnapt door spleten in de grond. Eenmaal in de buitenlucht ontbranden deze zwaveldampen en kleuren de vlammen die daarbij ontstaan blauw. Een erg indrukwekkend gezicht en blijkbaar slechts op 2 plaatsen ter wereld te zien, Java en Tanzania. Volgens Wikipedia (niet erg betrouwbaar dat weten we) zouden de vlammen tot wel 5 meter hoog kunnen zijn en is Ijen de grootste ‘blue flame’ plaats ter wereld. De moeite waard dus om eens te gaan kijken, nu we er zo dichtbij zijn.
De boottocht verloopt soepel, de havenplaats is namelijk erg groot en er vertrekken ieder uur meerdere boten naar Java. We hebben wel een beetje schrik voor de politie daar. We hebben namelijk bij Made een Oekraïner ontmoet die ook naar Ijen is geweest en deze werd bij het verlaten van de boot aangehouden en mocht pas verder rijden nadat hij betaald had. De reden die ze verzonnen was dat zijn scooter papieren niet de originele waren, maar slechts een kopie. Dit was in zijn geval niet waar omdat hij de scooter van Made had geleend, incl. originele documenten. Maar zorg er dus voor, als je een scooter op Bali huurt en besluit deze mee te nemen naar een ander eiland, dat je de originele papieren vraagt bij de verhuurder. Onze papieren zouden in orde moeten zijn, maar ja, als de politie je aanhoudt en zegt dat het niet zo is, kan je in deze landen niet zo veel. Je hebt dan de keuze om te betalen of terug te gaan en zij weten net zo goed dat de toeristen meestal niet terug gaan.
We hebben ons echter voor niets zorgen gemaakt, want bij aankomst in Java is er niet een agent die ergens naar vraagt en we verlaten dus snel het haventerrein voordat ze zich bedenken. We vragen bij een restaurant de weg naar Ijen en gaan proberen om hier nog dichtbij te komen. Het plan is om vannacht nog de berg op te wandelen namelijk. Na een half uur rijden wordt het tijd om ergens te gaan eten en we stoppen dus een wegrestaurant. We zijn gelijk het middelpunt van alle aandacht en iedereen verwelkomt ons met open armen. Nadat we plaats hebben genomen aan een lage tafel, we zitten dus op de grond, komt Febrian ons helpen. Een aardige jongen die wonderbaarlijk goed Engels spreekt en de hele menu kaart voor ons vertaald. Het restaurant is van zijn tante vertelt hij en het duurt daarna ook niet lang voordat zijn tante met ons op de foto wil. Nog voordat we kunnen vragen of ze de foto naar ons kan sturen, zodat wij hem op onze Instagram kunnen plaatsen, heeft zij hem al op die van haar geüpload, haha. Zo blij is ze dat wij bij haar restaurant komen eten. Haar volgers wonen blijkbaar ook in de buurt, want even daarna komen er een aantal mensen even kijken of het echt zo is dat wij daar zitten, we lijken wel beroemdheden! Een groepje volwassen vrouwen staat op een afstandje te giechelen en te wijzen naar ons, en als onze blikken elkaar kruisen kijken ze snel de andere kant op. Heel komisch.
De oom van Febrian biedt ons aan om zo lang te blijven en te relaxen als we willen voordat we de berg op gaan. Het restaurant sluit al om 7 uur maar als we willen blijven tot 1 uur ‘s nachts is dat ook geen probleem. We blijven nog een klein uur met Febrian kletsen, maar voelen dan dat we toch erg moe zijn van het duiken eerder vandaag en van de reis hier naartoe. Tijd om een slaapplaats te zoeken dus en Ijen uit te stellen tot morgen. Febrian heeft nog wel een goede connectie en hij brengt ons naar een klein guesthouse in de stad.
Kawah Ijen
Vanavond/vannacht gaan we de Kawah Ijen, ofwel krater van de Ijen vulkaan, eens bekijken. De blauwe vlammen zijn alleen in het donker (goed) te zien en verder is de zonsopgang bovenop de vulkaan schijnbaar erg mooi. Aangeraden wordt dan ook om ‘s nachts de vulkaan op te klimmen, zodat beide goed te zien zijn in dezelfde beklimming. Overdag doen we het rustig aan, zodat we uitgerust aan de tocht kunnen beginnen.
We besluiten te vertrekken om half 1 ‘s nachts, het is ongeveer een uur rijden. We kleden ons goed aan, want we gaan een aardig eind omhoog en ‘s nachts koelt het daar blijkbaar hard af. Hopelijk trekt onze scooter de steile wegen. Na een klein half uur komen we aan bij het serieuze deel van de berg. Hier gaat het flink omhoog en dat een half uur lang. We kunnen wel goed merken dat we hoger zitten, want het is inderdaad erg koel. Ik denk een graad of 8 nog maar. Handschoenen waren geen overbodige luxe geweest op de scooter!
We komen langs een gebouw waar een aantal mensen zitten met hesjes aan. Op het moment dat ze ons zien, staan ze op en beginnen ze te fluiten. We hebben eigenlijk geen idee wat ze van ons willen en zijn ook niet van plan om te stoppen. Het is niet zo’n fijn gevoel namelijk om in het midden van de nacht te stoppen bij een groep mensen. Misschien horen ze er wel gewoon bij en valt het allemaal wel mee, maar we hebben wat verhalen gehoord over mensen die in het donker op de weg gaan liggen en je vervolgens beroven wanneer je stopt. Met dat in ons achterhoofd gaan we dus niet stoppen. Als ze echt iets van ons willen of we doen iets wat niet mag dan komen ze vast wel achter ons aan en horen we het vanzelf. Eenmaal het gebouw voorbij komt er niemand achter ons aan, dus het zal wel niet zo belangrijk zijn geweest. Vast wat geld wat ze wilden hebben om toegang te krijgen tot de berg, ach ja die toegang hebben we nu ook.
Boven, aan de voet van de klim, is een grote parkeerplaats waar we onze scooter neer kunnen zetten. Hij had het met tijden wat moeilijk, maar we zijn boven gekomen zonder te hoeven duwen en de weg was lang niet zo slecht als ze ons vooraf wilden doen geloven. De tijden dat je hier alleen met 4×4 kon komen liggen in het verleden, met een scooter is het ook te doen. We parkeren de scooter en direct komen de verkopers op ons af om warme kleding te verkopen: mutsen, handschoenen, sokken, dassen alles hebben ze bij. We bedanken ze vriendelijk want we weten dat we zo gaan klimmen. Op dit moment hebben we het niet warm, maar als we gaan klimmen zijn we zo warm, dan hebben we alleen maar last van al die extra kleding.
We huren wel 2 gasmaskers, want die heb je schijnbaar nodig als je de krater in gaat. Wanneer de wind verkeerd staat en je belandt in een wolk van zwavel, dan is dat niet prettig en ook zeer ongezond. Er zijn genoeg maskers te huur en de prijzen zijn acceptabel, 50.000 Roepia. De kerel die ons de maskers verhuurt vraagt waar onze gids is, want er word nadrukkelijk geadviseerd om met een gids te gaan. Wij gaan altijd liever op eigen gelegenheid, zodat we onze eigen weg kunnen gaan en kunnen stoppen voor foto’s wanneer we dat willen zonder ons bezwaard te voelen. Daarbij is het uiteraard ook voordeliger om zonder gids te gaan dus we zeggen tegen de beste man dat onze gids onderweg is met de rest van de groep en dat we een afgesproken plaats hebben waar we hem ontmoeten. Hij kijkt niet alsof hij het gelooft, en vraagt nog naar de naam van de gids. We mompelen iets en Milou vraagt snel waar we entree kaartjes kunnen halen. Hij zegt dat de gids deze heeft, zucht. Nu wordt het tijd om te gaan, voordat hij nog meer vragen gaat stellen over onze fictieve gids.
De kaartverkoop gaat om 2 uur open en het is nu kwart voor 2, een mooie tijd dus om te gaan kijken of we zonder kaartje naar binnen kunnen. Dat scheelt niet alleen de kosten, maar vooral ook al die andere toeristen die dan niet naast ons lopen naar boven. Eenmaal bij de poort blijkt daar niemand te staan en het poortje staat op een kier. Er komt links van ons wel iemand aangelopen die ons lijkt te hebben gezien. We bedenken ons geen seconde en schieten snel naar binnen.
We lopen snel door en tijdens het lopen zet ik mijn hoofdlamp in elkaar. Dat had ik beter vooraf kunnen doen haha. We zijn zo’n kleine 50 meter verder als we achter ons een hoop geschreeuw horen, we kijken voorzichtig achterom en daar loopt een man met een lamp te zwaaien. Blijkbaar hadden we hier dus nog niet mogen zijn en wordt het tijd om wat sneller te gaan lopen, want teruglopen zijn we niet van plan. De man houdt het nog even vol en geeft dan op, althans zo lijkt het. We zijn uit het zicht en horen hem niet meer, dus gaan wat rustiger lopen.
Dan is daar opeens het geluid van een scooter achter ons. Het zal toch niet zo zijn dat hij ons per scooter achterna komt? Het heeft er in ieder geval alle schijn van, dus springen snel van het pad af in de struiken om ons te verstoppen. Enkele seconden later knort de scooter langs, dat scheelde niks! We wachten nog oven af of hij niet terug komt of dat er nog meerdere komen en klimmen dan weer uit onze schuilplaats om verder te lopen. We zijn nog maar net op de weg of we horen de scooter weer voor ons!
We rennen terug naar waar we net zaten verstopt en springen weer de struiken in. Hierbij verzwikt Milou haar enkel en heeft moeite om van het pad te komen. Maar gedreven door adrenaline bijt ze door de pijn heen en ik sleur haar net op tijd de struiken in. De scooter rijdt langs en daarna beginnen we te lachen. We voelen ons net 2 kinderen die aan het belletje trekken zijn.
Nadat we de scooter niet meer horen en Milou over de ergste pijn heen is wordt het tijd om te gaan lopen. Anders zwelt haar enkel op en wordt het lastig om nog maar een stap te zetten. Normaal is het het beste om te rusten en te koelen, maar omdat dat in ons geval niet gaat is het beter om te blijven bewegen en de enkel soepel te houden. Ik bekijk de enkel nog even om zeker te weten dat hij niet is gebroken en dan gaan we op pad.
Ondertussen zien we eruit als twee varkens, die net uit hun favoriete modderpoel komen. We hopen dus maar dat we bovenop de berg niet iemand tegenkomen die hier werkt, en ons daar zit op te wachten. Die zullen vast wel contact met elkaar hebben beneden en boven. We worden ook op de hielen gevolgd door de eerste groep met gids, het duurt niet lang of ze halen ons in. Ik zit natuurlijk al een half uur te stressen over wat die gids tegen ons gaat zeggen, maar wat blijkt, Riny heeft natuurlijk weer gelijk. De groep van drie haalt ons in zonder een woord te zeggen, de gids geeft er geen klap om, of weet er überhaupt niks vanaf. Nu kan ik eindelijk opgelucht ademhalen. Maar goed ook, want ik heb alle aandacht nodig voor de weg naar boven. Het is soms oppassen geblazen met alle kuilen en stenen, zeker met een al pijnlijke enkel!
Trots komen we als 2e groep boven op de berg aan. We zijn nog niet helemaal op de top, dat komt tegen zonsopkomst pas. Nu moeten we eerst de afdaling maken de krater in, om de blue flames te gaan zien. We zetten ons gasmasker op en dan is het voetje voor voetje over de rotsen naar beneden klimmen. Best lastig, want soms word het zicht ineens volledig weggenomen door een enorme zwavelwolk. Dan sta je met je ogen dicht te wachten in de rotte-eieren-lucht (zelfs door het masker heen) tot je weer verder kunt. Niet heel prettig, maar de afdaling is het wel waard want we zien zowaar de blue flames. Niet in volle 5 meter hoge glorie helaas, maar toch, we hebben het gezien. De klim naar boven is zwaar, en we moeten de enorme stroom mensen die nu naar beneden komen allemaal passeren op de smalle paadjes.
Eenmaal boven hebben we gelukkig tijd genoeg om naar de top van de berg te komen, want de zonsopkomst duurt nog zeker een uur. Het zicht op de krater, vol met lichtjes van alle mensen, is erg mooi vanaf hier en we zien nog steeds af en toe een glimp van de blue flames. We nestelen ons op een goede plek voor de zonsopkomst, eten wat en zetten alle apparatuur klaar. Riny is dol op zonsopkomsten en -ondergangen, dus de GoPro ligt al klaar en erachter staat hij met in één hand zijn telefoon voor Instagramplaatjes, en in de andere de camera. Ik heb mijn handen diep weggestopt onder mijn jas want ze vriezen er bijna af. We hebben geluk want het worden prachtige foto’s met deze lucht. Als we tevreden zijn en een beetje zijn opgewarmd aan de zon, lopen we een stuk terug. Daar opent zich het beeld op het blauwe kratermeer, wauw!
De weg terug is prachtig. Nu zien we pas in wat voor landschap we omhoog zijn gelopen. De vulkaankrater lijkt wel een maanlandschap, met diepe uitgesleten geulen en scherpe rotsen. Als we de vulkaan achter ons hebben gelaten komen we langs begroeide, groene bergen en kunnen we eindeloos ver kijken. Dat was de klim dubbel en dwars waard. De weg naar beneden is gelukkig makkelijker, maar we merken dat onze spieren (en wijzelf) toch aardig moe zijn geworden. We zijn blij als we bij ons scootertje aankomen en richting het hostel rijden, waar we rond half 10 aan komen. Tijd om wat te slapen en die zwavel lucht van ons af te wassen.
Slapen bij de locals
De wekker gaat om 12 uur want we moeten nog uitchecken bij ons hostel, tijd om verder te gaan. We binden onze backpack weer aan de scooter en rijden de straat op. Na een minuut heb ik het gevoel dat we iets missen. We zijn onze helmen vergeten! Snel terug naar het hostel. Daar aangekomen blijkt waarom we ze waren vergeten. Normaal hangen we ze altijd aan de scooter, dus dan pak je ze automatisch op voordat je gaat zitten. Het blijkt dat iemand ze verplaatst heeft, want die van mij ligt ergens in een hoekje op de grond, en die van Riny is nergens te bekennen. Na wat navragen in het hostel wordt er vermoed dat de baas de helm per ongeluk in gebruik heeft genomen vandaag. Wij vragen ons sterk af hoe hij een helm die aan onze scooter hing heeft verward met de zijne. Maar goed, er is gebeld en hij zou over een paar uur hier terug moeten zijn.
Op dat moment komt er een jongen binnen gelopen, Febri. Hij praat redelijk Engels en wil ons graag de zaak van zijn neef laten zien, hij maakt namelijk Javaanse kleding op traditionele wijze en heeft zijn eigen art studio. Dat klinkt interessant en we hebben een paar uur te doden, dus gaan we op onze scooter achter hem aan.
Zijn neef runt een Batik winkel en maakt alle kleding zelf. Zijn droom is om zijn winkel verder uit te breiden en er dan toeristen te ontvangen die hij van alles over batikken kan vertellen. Het is erg mooi om te zien wat hij allemaal heeft gemaakt. Jammer genoeg kunnen we het proces niet live zien. We krijgen van zijn moeder nog wat koekjes en thee. De mensen zijn hier erg trots als er toeristen bij ze in huis zijn en bieden je gelijk van alles aan. Erg leuk om mee te maken.
Na ons bezoek krijgen we van Febri een rondleiding naar zijn huis, de houtwerkplaats waar hij werkt, de rijstplantage van zijn opa en een hoge boomhut in het dorp. Daarna staat hij erop dat we bij hem blijven slapen. Hij houdt zo ontzettend van gasten in zijn huis en hij zou ons morgen graag meenemen naar Red Island, een mooi strand aan de zuidkust van Java, op ongeveer 2 uur rijden van hier. Na wat gezonde twijfel besluiten we deze vriendelijke jongen te vertrouwen, want het is eigenlijk niets anders dan wat we normaal gesproken met Couchsurfen doen. Hij bedoelt het allemaal goed, maar hij zegt wel van tevoren dat hij weinig geld heeft dus dat hij van ons een vergoeding voor zijn benzine en eten vraagt. Dat kost hier nog minder dan op Bali, dus daar gaan we mee akkoord. Accommodatie en een privé gids zijn normaal gesproken toch een stuk duurder.
Red Island
Na een avontuurlijke nacht in een traditioneel Javaans bed (lees: houten plank) en wassen en plassen in een traditioneel Javaanse badkamer (lees: flinke gootsteen met klein emmertje en gat in de grond) gaan we op pad. Na een klein uur rijden is er iets mis. De scooter wiebelt aan alle kanten en als we afstappen zien we dat we een platte achterband hebben. Febri scheurt er steeds flink overheen dus het duurt een minuut of 5 voor hij doorheeft dat hij ons kwijt is en weer terug is gereden. Hij is super behulpzaam en gaat meteen overal vragen wie er een monteur weet. Op nog geen 300 meter afstand zit er gelukkig één. We moeten wel even wachten tot de beste man klaar is met bidden in de naastgelegen moskee. Ondertussen kunnen we live meegenieten, want de moskees hier hebben flink harde luidsprekers die meerdere keren per dag het hele gebed live uitzenden. Het is overigens geen werkplaats, maar gewoon een woonhuis waar iemand woont die scooters repareert. Het hele dorp weet hier vanaf waardoor de man werk genoeg heeft zonder ook maar een bordje op te hoeven hangen. Zijn vrouw is druk bezig om het kleed in de huiskamer (mensen zitten hier veel op de grond) vol te laden met hapjes en drinken voor ons. Drie potten koekjes, en zodra er een half leeg is gegeten (want ze zijn erg lekker!) word hij meteen weer tot de nok toe bijgevuld. We komen niks tekort. Na een kwartiertje wachten, een kleine fotosessie met de familie en het betalen van 10.000 roepia (zo’n 70 eurocent…) kunnen we weer verder.
Red Island is erg mooi. Het is een groot, schoon strand met weinig toeristen, met uitzicht op prachtige rotsformaties in zee. Het strand zit vol met kunstwerken van de krabbetjes die hier leven. Zij maken een soort zandtekeningen rondom hun holletje om vrouwtjes mee te lokken, en het geheel van de honderden krabbetjes lijkt één groot kunstwerk. Heel apart om te zien. We hebben een hele fijne middag en rijden tegen 4 uur weer terug naar Banyuwangi.
‘s Avonds heeft Febri geregeld dat we gaan barbequen met een stel van zijn vrienden. Iedereen is erg nieuwsgierig om ons te zien blijkbaar, want het is erg druk. Het eten klaarmaken duurt de hele avond, maar het smaakt fantastisch. Ze hebben zelfs paddenstoelen van de barbecue, dus ik kan ook mee eten. Het is erg gezellig en we voelen ons zeer welkom en gewaardeerd. Mensen hier zijn zo ontzettend gastvrij, er wordt ons zelfs een slaapplaats aangeboden door de gastvrouw! Maar we kunnen het niet maken tegenover Febri om te verhuizen. Het is geen luxe resort maar hij is wel erg dankbaar dat we er zijn en dat is voor ons veel meer waard.
Vogelzangwedstrijd
De volgende dag gaan we nog kijken bij een ‘bird fight’, zoals Febri het vrij heeft vertaald. Wij halen hele rare dingen in ons hoofd, maar hij verzekerd ons dat het geen vechtende vogels zijn. Het blijkt een wedstrijd voor de mooist zingende vogel. Hilarisch om te zien, want om hun vogel te doen zingen staan de eigenaars enthousiast te roepen, klappen en schreeuwen langs de zijlijn. Een jury loopt onder de hangende vogelkooitjes door om door het geschreeuw heen proberen wat vogelgezang op te vangen en een winnaar te bepalen. Blijkbaar is dit hier een populair fenomeen, want we zien regelmatig mensen met een vogelkooitje op hun scooter rondrijden. Heel leuk om een keer mee te maken.
Daarna is het tijd om de ferry terug naar Bali te pakken. Febri neemt met tegenzin afscheid van ons en we bedanken hem voor de gastvrijheid. Onderweg naar de ferry hebben we onze 3e lekke band te pakken. De 2e was een paar uur geleden, waar we zelfs op advies een nieuwe achterband erop hebben laten leggen. Bah, dit hadden we dus niet verwacht, en nu moeten we zelf een monteur gaan zoeken. Gelukkig blijkt dat erg eenvoudig te zijn. Ik gebaar naar een behulpzame man dat we een lekke band hebben en hij wijst naar de overkant van de straat. Daar zitten twee mannen op een bankje, naast een aggregaat en wat gereedschap. Dat moeten de monteurs zijn. We duwen onze scooter naar de overkant en ze gaan aan de slag. Ondertussen worden we vanuit verschillende hoeken bekeken door vrouwen en kinderen in de buurt. Een van de vrouwen komt naast me zitten en probeert haar dochter van een jaar of 1,5 mij een handje te laten geven. Heel erg grappig, want het meisje heeft een flinke eigen wil, maar uiteindelijk doet ze het toch. Tegen de tijd dat de scooter klaar is staan we weer een paar keer op de foto en heb ik bijna een hoofddoek op mijn hoofd.
Het is inmiddels best laat en eigenlijk vinden we het niks om in het donker de ferry nog te pakken. We zoeken dus een goedkoop hotelletje langs de weg en pakken de ferry de volgende ochtend. Hoe ons avontuur verder verloopt in Bali lees je hier.
Geef een reactie