Op donderdag arriveren we om 6u ‘s ochtends in Lençóis. We hebben echt geen idee wat het plan nu is. Marcelo, onze Couchsurfing host in Salvador, heeft ons aangeraden om hierheen te gaan voor de mooie natuur. We worden van alle kanten aan onze mouw getrokken voor hostels en tours, wat best wel irritant is als je net uit je coma bent ontwaakt. Nou ja, Riny dan vooral want ik heb eigenlijk geen oog dicht gedaan in de bus. Ik was natuurlijk bang dat we de halte zouden missen, en daarbij stond de airco in de bus op standje vrieskist.
We ontmoeten een Italiaanse backpacker, Alessio, en gaan samen met hem op zoek naar een hostel. Hij spreekt een aardig woordje Spaans, wat iedereen hier blijkbaar verstaat. Helaas zijn we twee uur te vroeg in het dorpje, want alles is nog gesloten. Om 8u ontbijten we in een tentje met WiFi, om ondertussen een goedkoop hostel te kunnen zoeken. Het WiFi-bereik is hier echter niet zoals thuis, en alleen achter in de zaak, op de trap naar beneden is er bereik, daar staan we dan ook met zijn drieën.
Gelukkig werkt er een super aardig vrouwtje die het niet erg vind als we daar gaan staan, en die meteen al haar jeugdfoto’s met ons deelt en ons toevoegt op Facebook. Ze maakt heerlijke fruitontbijtjes, waaronder ook de beroemde acai-bowl, die we in Brazilië nog vaak zullen tegenkomen. Bij ons betaal je hiervoor een vermogen terwijl het hier dagelijkse kost is.
We vinden alleen dure hostels, dus besluiten met onze loodzware tassen het dorpje vol met heuvels door te slenteren. Na een uur of twee heb ik het behoorlijk gehad. Ik heb het gevoel dat we het dorpje al drie keer rond zijn en die tas wordt er niet lichter op. Dat in combinatie met heel veel slaapgebrek resulteert in een behoorlijk slecht humeur. Gelukkig vinden we uiteindelijk een fijn hostel met ontbijt en warme douches! Dat laatste is hier geen vanzelfsprekendheid. Als de douchekop drie standen heeft en is ingeplugd in een stopcontact heb je een kansje dat je warm water hebt, maar ook dat je geëlektrocuteerd word (althans dat denk ik)… Niet te hard spetteren dus. In dit hostel wisselde het water steeds van ijskoud naar loei heet, waardoor ik meer tijd kwijt ben met het draaien aan de douchekop (voor de temperatuur dus), dan met mezelf wassen. Het matras op de bedden is zo goed als versleten, dus eigenlijk liggen we gewoon op een houten plank. En we zullen moeten slapen onder een wollen deken, omdat je onder het laken lek gestoken wordt door de muggen. Maar hé, we hebben een goedkope slaapplaats, dus we mogen niet klagen.
‘s Middags maken we een mooie, maar zware en warme wandeltocht naar een waterval. Het is hier momenteel regenseizoen, maar er is tot nu toe bijzonder weinig regen gevallen. Hierdoor is de grootste waterval van Brazilië, die ook in dit park is, zelfs helemaal droog. In de waterval waar wij naartoe gaan, zou nog wel wat water moeten stromen, dat zullen we dus eens gaan bekijken. Onderweg er naartoe lopen we over de droge rivierbedding, en af en toe komen we een flinke kuil tegen waar nog water in staat, waarin we even kunnen afkoelen. Eenmaal boven blijkt er inderdaad niet heel veel water naar beneden te vallen en kunnen we meer spreken van een douche dan van een waterval. Gelukkig kunnen we er wel onder gaan staan om lekker af te koelen.
‘s Avonds gaan Riny en ik heerlijk uit eten. Dat kan hier voor ongeveer 10 euro p.p., maar omdat we weinig honger hebben delen we een bordje, dat scheelt weer de helft in kosten. Het is heel erg, maar we vinden 10 euro per maaltijd nu al veel… Het lijkt ook ontzettend veel omdat de Real een waarde heeft van 30 eurocent, dus de prijs van een gerecht van een tientje staat op de kaart voor 30 Real. Tijdens het eten komen we erachter dat het Valentijnsdag is, hoe romantisch! We bestellen nog een lokale cocktail met de hoeveelheid alcohol om een week op te kunnen teren, en dan gaan we terug naar het hostel. We moeten nog wel een half uur wachten voor we onze kamer op kunnen, want blijkbaar zijn onze Italiaanse vriend en een meisje in het hostel ook Valentijnsdag aan het vieren en heeft Riny ze betrapt. Ze waren echter zo druk bezig dat ze hem niet hebben gezien en dus is hij maar weer naar beneden gegaan. Als de kust eenmaal veilig is gaan we naar boven en kruipen we, met heel veel moeite om onze lach in te houden, op onze houten plank voor de nacht.
De volgende dag gaan we op zoek naar de beste manier om de nabije, maar te ver om te lopen, omgeving te verkennen. Tours zijn er genoeg, maar ze vragen zo 150 euro voor een dagtour. Dat is ons een beetje te gek. We besluiten om te kijken of we een auto kunnen huren, al hebben we hier de laatste keer in Spanje een heel vervelende ervaring mee gehad waarbij we achteraf moesten betalen voor een schade die we, bij het huren van de auto, vergeten waren op het formulier te vermelden. Met dit in ons achterhoofd gaan we deze auto dus erg grondig inspecteren en (TIP) maken we er ook maar gelijk een filmpje van als de verhuurder met ons mee om de auto loopt. Hij vraagt na het rondje om de auto om onze handtekening maar ik wil eerst zelf nog een rondje lopen om de auto. Wat blijkt, heel veel krassen staan niet aangekruist op het formulier. We wijzen de beste man hierop en hij haalt zijn schouders op en zegt: “vul maar in”. Blijkbaar zijn ze hier dus al een stuk minder streng.
We rijden nog een rondje met de beste man om de auto te testen, vullen het verdere papierwerk in en huren dus een Volkswagen Goal uit het jaar 0 voor 60 euro, waarmee we richting het zuiden rijden, naar Poço Encantado. Dit is een van de wonderschone grotten met een helder blauw meer, die je ziet als je bij Google Afbeeldingen zoekt naar Chapada Diamantina. En inderdaad is het absoluut prachtig. Ook hier weten ze de prijzen wel, maar het is lang niet zoveel als een dagtour en het is het zeker waard. We gaan samen met een gids de grot in en klimmen een stuk naar beneden met onze hoofdlampjes op. Door een opening in de grot komt daglicht naar binnen, waardoor je het helder blauwe, diepe meer kan zien. Het is zelfs zo helder dat je niet eens ziet waar het water begint. Erg mooi, helaas was het wel heel moeilijk om foto’s te maken. We hebben dit moment, de stilte, de vleermuizen en het mooie plaatje dus maar goed op onze netvliezen geprint.
Eenmaal weer boven, super bezweet, zien we nog een paar schattige, kleine aapjes in de boom zitten. De eerste keer ooit dat we apen in het wild zien, wauw!
Snel door naar de volgende grot, waarin we mogen zwemmen! Poço Azul. Overigens zijn de wegen hier absoluut niet wat wij gewend zijn en ‘kruipen’ we 60% van de tijd met 20 km/u over zandweggetjes vol hobbels, kuilen en stenen. Dat schiet niet erg op. We zijn dan ook te laat bij de volgende grot, en aan de verkeerde kant van de rivier, oeps! Gelukkig staat het water niet hoog en kunnen we er gewoon doorheen lopen. We ontmoeten bij de rivier toevallig iemand die werkt bij Poço Azul, en hij vertelt ons dat het dicht is, maar hij wil wel vragen of we nog even mogen zwemmen. Het kost dan uiteraard wel iets meer. Uiteraard! Nou ja, die 3 euro hebben we er wel voor over, we hebben tenslotte al de hele dag over zandweggetjes gehobbeld om hier te komen. We douchen ons, trekken een reddingsvest aan, krijgen een bril en snorkel op en down we go, de grot in. Daar is het wederom super stil. We mogen ook niet te lomp zwemmen of spetteren, en moeten heel langzaam het water in glijden. Dit is werkelijk prachtig. De rotsen lopen onder water gewoon door, waardoor je in een soort surrealistisch landschap zwemt. Het is al best laat en de zon gaat bijna onder, dus we zwemmen soms langs pikdonkere stukken, best een beetje eng. Ik steek uiteraard toch een keer mijn neus in zo’n donker hol, en schrik me vervolgens een ongeluk omdat ik blijkbaar de nachtrust (dagrust?) van een vleermuis heb verstoord. Voor nog 3 euro wil de gids zelfs foto’s van ons maken, dus geven we onze camera aan de beste man en hij maakt een complete reportage van ons. Achteraf durft hij denk ik niet meer om het geld te vragen. Ik denk dat hij zelf ook wel vind dat hij ons genoeg heeft uitgebuit.
Eenmaal terug bij de auto hebben we een probleem. We willen eigenlijk naar de andere kant van de rivier, anders moeten we dezelfde vervelende hobbelweg weer helemaal terug, en dan heel ver omrijden naar onze bestemming voor morgenochtend, Gruta Azul. Er komt een groep mensen aan die naast ons hebben geparkeerd, en die zowaar Engels praten! Dat is hier echt een zeldzaamheid. Ze vertellen dat veel auto’s, ook normale auto’s, gewoon door het water naar de overkant rijden, maar dat ze het zelf niet aandurven. Dat laat Riny zich geen twee keer zeggen. Het is bijna donker dus het is nu of nooit. Hij springt de auto in en hup, daar gaat hij, dwars door de rivier. Ik hou mijn hart vast, als de auto dit maar overleeft. Punt één weten we niet hoe we zonder auto nog terugkomen, en punt twee zijn we dan zeker onze borg kwijt van bijna 1000 euro. Al geloof ik niet dat heel deze auto nog zo veel waard is… Gelukkig gaat alles goed en rijden we dezelfde avond nog hobbel de bobbel, helemaal naar het noorden. Daar parkeren we de auto in een donker hoekje, bij Gruta Azul om de hoek. Welterusten!
‘s Ochtends om 8u staan we voor het hek. We hebben al aardig wat mensen de kant van de grot op zien gaan, dus we verwachten dat het nu wel open is. Voor 10 euro p.p. mogen we 2 grotten bezoeken en in een super helder meer zwemmen. Het is nog erg vroeg, dus warm is het niet en zodra ik één voet in het meer zet bijten er meteen allemaal kleine visjes in. Dat zwemmen laat dus maar, later vandaag bezoeken we nog een andere plek waar we kunnen zwemmen. De grot is bijzonder mooi en heeft een gigantische opening waardoor veel licht schijnt. De andere grot waar we eigenlijk voor komen valt een beetje tegen. Blijkbaar zijn we veel te vroeg, omdat de zon deze grot nog niet echt kan bereiken. Gelukkig zijn onze foto’s mooier dan wat we daadwerkelijk zien.
Snel door naar onze laatste stop, Poço do Diablo. Een waterval met een meer waar je in kan zwemmen, niet ver van Lençóis. Gelukkig maar, want om 11.53 moeten we de auto weer inleveren, en het is al 10u. We hebben net genoeg tijd om lekker te zwemmen, tot onder de waterval. Heerlijk! De zon is al behoorlijk aanwezig, dus we hoeven geen kou te leiden.
We tanken op de terugweg de auto neg even vol en om 11.43 staan we bij de auto verhuur op de stoep. De auto wordt geïnspecteerd en er is geen extra schade te vinden aan dit barrel, hoera! Geen extra kosten en dus krijgen we onze ondertekende cheque van de borg weer terug, wat een opluchting!
Om 1u gaan we met de bus naar onze volgende bestemming in het park, Vale do Capão. Nou moet je niet verwachten dat de bussen hier rijden zoals bij ons. Deze bus kwam zonder pardon een uur te laat. Overigens zijn de stoelen wel super luxe, een goed matras is er niks bij.
We worden afgezet in Palmeiras, en moeten vanaf daar met een krakkemikkige, roestige, oude bus naar Vale do Capão. Om zoveel mogelijk mensen in het busje te kunnen frotten gaan de tassen op het dak. Als dat maar goed gaat! Als iedereen zit maakt de chauffeur met veel moeite de deur dicht, hier zit echt een gebruiksaanwijzing bij. Ik geloof zelfs niet dat inbrekers hem open zouden krijgen.
In Capao ontmoeten we een Deens stel en een Braziliaans meisje, en de Italiaan hebben we ook weer terug gevonden in de bus. Met zijn 6en proberen we een goede deal te krijgen bij een hostel, maar uiteindelijk zitten alle tweetallen (we tellen de italiaan en zijn nieuwe prooi ook maar vast als tweetal) toch ergens anders. Wij slapen in een goedkoop hostel in een 4-persoons slaapzaal, maar we moeten nog wel even 2 uur wachten tot de vorige gasten eruit zijn. Uit-check tijden doen ze hier niet aan. Tijdens het wachten arriveert een Braziliaans stel, die net van een 3-daagse hike terugkomt. Warempel spreken ze goed Engels, en geven ze ons hun hele route inclusief bezienswaardigheden in Vale do Pati, waar wij ook willen gaan hiken. Daarnaast gebruikt onze gastheer ze als tolk om erachter te komen hoe lang wij willen blijven, want hij spreekt geen woord Engels. ‘s Avonds spreken we af met het Deense stel van vanmiddag onder het genot van een lokaal gebrouwen biertje. We besluiten om met z’n 4-en de tocht te maken, en overmorgen te vertrekken.
De volgende dag zijn we dus druk bezig met onze spullen ordenen. Wat nemen we mee, en vooral, wat niet. We willen natuurlijk zo veel mogelijk gewicht achterlaten. Dit kan in het hostel van de Denen, Peter en Matilde. We spreken ‘s middags weer met ze af om te laatste dingen door te spreken den een kop koffie te drinken.
In het dorpje zoeken we nog tevergeefs naar een wit t-shirt voor mij en een fijnere korte broek. Helaas is het echt een toeristendorp, dus alles is veel te duur. Het is ook een super hippiedorp, dus wel heel veel leuke kleren! Menig toerist en local heeft hier dreads, wijde broeken en kleurrijke haarbandjes.
We besluiten de zoektocht op te geven en terug te gaan naar ons bedje, morgen vertrekken we vroeg richting Vale do Pati!
Sonja zegt
Wat is dit weer mooi geschreven!! En die prachtige foto’s !! Geweldig wat jullie al gezien hebben!!
One Sick Dream zegt
Ja dit was echt heel mooi! Echt ook iets voor jou!
Pap zegt
Fijn dat je het tot zover goed doet, soms een kleine tegenvaller maar al met al geloof ik dat het allemaal wel goed gaat toch?
Mooi verhaal en idd mooie foto’s.
Genieten samen en voorzichtig, we kunnen jullie niet missen, xx pap en im
One Sick Dream zegt
Ja hoor over het algemeen gaat het allemaal goed gelukkig 🙂
Doen we! Wij kunnen jullie ook niet missen hoor 😉 xxx