Op busstation Ratna Park in Kathmandu stappen we op de bus naar Dhulikhel. Vanuit daar per taxi de berg op naar het Namo Buddha klooster, waar we chanten met monniken, leven op rijst en bonen, schattige kindjes ontmoeten en langs mooie stupa’s lopen, vol met Tibetaanse vlaggetjes. Op de terugweg stoppen we in Bhaktapur om prachtige UNESCO locaties te zien, zoals Durbar Square en Parsupinath Tempel.
Buiten Kathmandu heb je ook vele leuke bezienswaardigheden. Sommige op een zeer korte afstand waardoor ze zeer geschikt zijn om er een dagtripje naartoe te maken. Op de verder weg gelegen locaties kan je beter één of twee nachten blijven. Zo zijn wij bijvoorbeeld met de bus naar Namo Buddha geweest waar we 1 nacht in het klooster hebben geslapen. De volgende dag zijn we met de bus naar Bhaktapur afgerezen waar we geslapen hebben en de volgende dag na de lunch weer zijn vertrokken. Op de terugweg hebben we de Buddha stupa in Kathmandu nog even meegepikt, omdat je hier het beste aan het eind van de middag naartoe kunt gaan. Daarover kan je in deze blog lezen.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer in Nepal is in de verste verte niet vergelijkbaar met Nederland. Even de bus pakken is nog best wel een uitdaging voor de gemiddelde toerist, hoewel het zeker niet onmogelijk is. Weer je voor afzetterij door de kaartjes verkoper en vraag altijd aan 3 mensen of je in de juiste bus zit, dan komt het helemaal goed. Het ‘systeem’ van de bussen lijkt in het begin wat ingewikkeld, maar als je goed kijkt zie je dat er wel degelijk bushaltes zijn, aangegeven door een met stof bedekt bordje. Je ziet hier een flink aantal mensen wachten en alle passerende bussen minderen hier vaart om vervolgens de verschillende bestemmingen van de bus, al rijdend langs de mensen, uit het raam te schreeuwen. Natuurlijk kan jij als toerist niks maken van deze bestemmingen, maar de meeste jongens die dit werk doen kijken de toeristen al vragend aan als ze komen aanrijden. Schreeuw dus jouw bestemming naar deze mannen, dan krijg je vanzelf een antwoord in de vorm van een nee schuddend hoofd of een stoppende bus. Je kunt natuurlijk ook mensen om je heen vragen. Meestal houden zij dan de juiste bus voor je aan. Je staat nooit langer dan 5 minuten op een bus te wachten dus dit is voor hen een kleine moeite.
Eenmaal in de bus kan je het beste aan een paar mensen vragen hoeveel een kaartje kost. Meestal zo’n 20 à 25 roepies per persoon, tenzij je langer dan een uur in de bus zit. Zorg dat je voldoende kleingeld bij je hebt, want de jongens die het geld regelen proberen je op te lichten waar je bij staat. Als je van tevoren het bedrag weet en dit bij uitstappen gepast afgeeft zullen ze alsnog proberen meer geld te vragen, maar als je wegloopt komen ze je niet achterna. Dan weet je dat het voldoende was, haha.
Taxi’s zijn overigens de beste manier van vervoer in en dichtbij Thamel. Afdingen werkt hier hetzelfde als bij de souvenirwinkels. Het aantal taxi’s is meestal groter dan het aantal toeristen, dus maak hier gebruik van. Spreek met jezelf van tevoren een prijs af en ga hier niet overheen. Begin met bieden ver onder de helft van de vraagprijs.
Heb je lokale contacten? Vraag hen dan van tevoren wat een normale prijs is voor de taxi. Waarschijnlijk kom je nog wel 100 of 200 roepies boven deze prijs uit, maar dan heb je waarschijnlijk voor een toerist nog een scherpe prijs.
Namo buddha klooster
We wagen het erop en stappen voor het eerst in een Nepalese bus. Eerst moeten we bij een groot busstation in Kathmandu zien te komen; Ratna Park. Vanuit daar vertrekken de bussen naar Dhulikhel. De eerste bus zei helaas dat hij onze kant op ging, maar die gaat toch echt naar een ander busstation. Gelukkig houden we altijd in onze maps.me app bij of we goed gaan en komen we er op tijd achter. Een vriendelijke en Engels sprekende Nepalees in de bus vertelt ons waar we het beste uit kunnen stappen om de bus naar het andere busstation te pakken. Erg vriendelijk. De jongen die het geld van de bus beheert daarentegen probeert ons even af te zetten als we uitstappen. 100 roepies per persoon?! Ja daag! Dat kan niet kloppen. Je kunt hier uren met de bus rijden voor 25 roepies. Riny geeft hem 40 voor ons vieren en we lopen onder hard geprotesteer weg. Gelukkig komt hij ons niet achterna.
We zijn samen met Yannick en Winnie onderweg, het Nederlandse stel waarmee we ook de Everest Basecamp Trek hebben gelopen. Super gezellig! De weg richting Namo buddha is heel erg mooi. Plotseling houdt de stadsgrens van Kathmandu op en rijd je door groene heuvels en door kleine dorpjes. Ineens zien we een gigantisch gouden boeddhabeeld bovenop een heuvel en het lukt zelfs om er vanuit de bus een aardige foto van te nemen. Ik zit gelukkig bij het raam want het is loeidruk in de bus. Er is een systeem om zoveel mogelijk mensen in de bus te krijgen. In het gangpad moeten tussen 2 stoelen (de stoel links en de stoel rechts van het gangpad) twee mensen met hun rug tegen elkaar staan. Het duurde even voor we dit doorhadden, tot aan de terugweg naar Kathmandu zelfs, haha. Maar het viel wel op dat de mensen die in de bus werken steeds driftige handgebaren naar ons maakten en hele verhalen riepen die wij niet konden verstaan… Blijkbaar stonden wij dubbele plekken bezet te houden. Nouja, dat was voor de mannen wel fijn want die konden niet eens rechtop staan in de bus, haha.
Anyway, na zo’n twee uur komen we aan bij het eindstation van deze bus, Dhulikhel. Klonk voor ons als een grote stad, ik weet ook niet waarom, maar dat is het in ieder geval niet. We vragen naar de bus naar Namo buddha en na 5 verschillende mensen komen we er eindelijk achter waar deze bus vertrekt en dat het nog minimaal een uur duurt voor hij vertrekt. Het is ontzettend heet vandaag en we hebben eigenlijk geen zin om zo lang te wachten. Misschien kunnen we beter een taxi aanhouden. Op dat moment stopt er een auto. Winnie en Yannick lopen er naartoe en de auto blijkt naar Namo buddha te gaan en vraagt of we mee willen. 2000 is de prijs. Ha! Nou, 1400 lijkt me meer dan voldoende en de bestuurder gaat hiermee akkoord. Het is ook geen taxi, gewoon iemand die toevallig die kant op moet en weet dat hij wat geld kan verdienen.
De weg is smal, hobbelig en modderig en we zijn dolblij dat we niet in een overvolle bus zitten. Dit is al eng genoeg. We zijn dan ook blij als we bovenop de berg aankomen voor de deur van het klooster. Namo buddha is een groot klooster op de top van een hoge berg. Vele jongens uit arme gezinnen worden hier naartoe gestuurd voor een jarenlange gratis ‘scholing’ tot monnik. Het klooster leeft van donaties en hebben deze dan ook heel hard nodig. Het is erg bijzonder om hier een nacht te mogen verblijven. We hebben twee kamers in een gasthuis op het immense terrein, maar we eten wel samen met de monniken en mogen ook de ceremonies bijwonen.
De eerste is om 4u ‘s middags en duurt een uur. Het is in een prachtig mooie zaal, vol kleurrijke en met goud bekleedde decoraties. Vooraan staat een hele rij buddhabeelden met daarvoor een soort altaar. Daar weer voor liggen zo’n 10 rijen met kussentjes voor de monniken. Wij mogen achteraan ook op een kussen plaatsnemen gelukkig. Daarop zitten we al met moeite het komende uur, kan je nagaan als we die niet hadden… Onder het gemum van de monniken staren we naar de vele kale koppies in oranje gewaden voor ons. Het heeft een erg rustgevend effect. De gebeden worden door de monniken meegepraat maar het klinkt soms als een soort hypnotiserende zang. Het is moeilijk om een vol uur je aandacht erbij te houden, zo ook voor een aantal monniken zien we. Gelukkig wordt er af en toe even tussendoor getrompetterd en op de gong geslagen zodat we weer even wakker schikken.
Om 6u wordt het avondeten opgediend. Alle monniken nemen plaats op een bankje, in kleermakerszit natuurlijk, achter een lage tafel. Monniken die ‘dienst hebben’, denk ik, delen kommen en bestek uit en daarna het eten. Omdat er zoveel monniken zijn is er geen geld voor delicatessen. Er lijkt zelfs geen geld te zijn voor enige vorm van smaakmakers, maar dat is dan ook niet de manier van de boeddhisten. Een simpel leven betekent ook simpel eten. We krijgen witte rijst met een soort bruine bonen soep. Het smaakt gelukkig niet verkeerd. De monniken hebben binnen 3 tellen gegeten en zodra ze klaar zijn mogen ze van tafel. Er wordt niet gewacht op elkaar en de meeste toeristen zitten na 5 minuten eenzaam aan de zijkant van de zaal. Heel bijzonder om zo’n cultuurverschil te zien. Overigens eten ze ook gewoon met bestek en niet met hun handen zoals ik wel een beetje verwacht had.
In de avond is er niet veel te doen. Om 22u gaat het hek van ons gasthuis dicht dus dan moeten we sowieso binnen zijn, maar we zijn er al veel eerder. Moe van de lange reis van vandaag gaan we zonder problemen vroeg ons bed in. Morgen staan we vroeg op voor de zonsopkomst.
Als om 6u de wekker gaat is het nog pikdonker, maar we staan toch maar op want niemand weet hoe ver het is naar de stupa waar we de zonsopkomst willen kijken. Buiten is alles nog uitgestorven op een enkel lichtje achter het raam na. Het is erg fris zo hoog op de berg, dat zijn we niet meer gewend. Natuurlijk zijn we veel te vroeg boven, het was nog geen 5 minuten lopen, en moeten we lang wachten op de zon. Vooral omdat deze vandaag lekker achter de wolken lijkt te blijven zitten. Jammer!
Om 7u zitten we weer braaf achterin de zaal op ons kussen om de ceremonie bij te wonen. We hadden gehoopt om een beetje variatie te zien met de ceremonie van gisteren maar die kunnen we niet herkennen. Om 8u gaan we ontbijten met de monniken. Hetzelfde ritueel als gisteren, alleen een andere maaltijd. Niet het ontbijt wat wij gewend zijn. We krijgen een soort kleffe broodjes wat meer lijkt op rauw deeg, en daarbij een bordje bonen in een waterig sausje. Een beetje vreemd maar het is (voor de meesten) toch wel weg te krijgen.
Hierna besluiten we om te gaan wandelen naar een andere stupa. Achter het klooster langs lopen we langs de stupa van vanochtend door een klein dorpje met oude vrouwtjes die ons nieuwsgierig aankijken. Ze zijn gelukkig zo vriendelijk om ons de trap naar beneden te wijzen, die prachtig versierd is met honderden Tibetaanse vlaggetjes. Beneden komen we aan bij de grote stupa, waar tevens een ander klein dorpje is. Er lopen een aantal super schattige, maar wel wat vieze, kinderen rond die graag met ons op de foto willen. Hardstikke leuk! Vooral Winnie vind het fantastisch en als ze ook nog kittens spot is ze hier helemaal niet meer weg te slaan. Na een half uurtje hebben we het pleintje, de dieren en de kids toch echt vanuit iedere hoek op de foto staan en lopen we door het dorpje omhoog om ons rondje af te maken.
We hebben het klooster en de prachtige omgeving voor ons gevoel wel gezien. Het is erg leuk om op deze manier kennis te maken met het boeddhisme en was zeker een goede ervaring. Ik zou het iedereen aanraden, al is het maar om de mooie locatie. Als je hier ook wilt verblijven kan je ons een berichtje sturen of boek het hier zelf. We sturen je dan door naar onze contactpersoon in Nepal, hij kan je helpen aan het telefoonnummer van iemand in het klooster zodat je de accommodatie kunt reserveren. Het is niet goedkoop, 2000 roepies per tweepersoons kamer incl. ontbijt en avondeten, maar al het geld wat binnenkomt komt ten goede aan de monniken.
Nadat we onze spullen hebben gepakt gaan we op zoek naar een bus. Die zou hier binnen een uur moeten zijn dus we kunnen nog even een koffie pakken in het cafeetje onderaan het klooster. Als we meer mensen vragen variëren de antwoorden over de bus echt enorm en uiteindelijk vermoeden we dat we een stuk naar beneden moeten lopen om op een splitsing de bus te pakken.
Bij de splitsing zitten echter mensen die ons vertellen dat de bus alleen voor locals is omdat het vandaag een festivaldag is. Er komt een bus langs, maar die gaat helaas de verkeerde kant op. We zien wel dat hij uitpuilt van de mensen, dus waarschijnlijk passen we niet eens in die andere bus al wilden we het graag. We besluiten op onze telefoon de weg op te zoeken en te gaan lopen. Onderweg komen we dan vast wel een auto tegen die ons mee naar beneden wilt nemen. Toch?
Na een lang stuk omlaag zien we een auto staan met een grote laadbak die ons makkelijk weg zou kunnen brengen. We vragen de beste man om een prijs, maar hij heeft zijn lolbroek aan want hij zegt 6000 roepies! Helemaal gek geworden. Daar trappen we dus niet in. Na nog een stuk verder gelopen te hebben blijkt onze route niet te kloppen en moeten we weer terug, de zoveelste keer dat we verkeerd lopen. We worden er inmiddels allemaal een beetje chagrijnig van en we hebben ook het gevoel dat iemand hier ons wilt helpen. Gelukkig ontmoeten we een gezinnetje met een klein meisje die vertellen dat ze richting dezelfde bus als wij lopen. Gelukkig! Gaan we eindelijk goed. We volgen ze langs een smal bospaadje de berg op en daar staat ineens dezelfde auto als een half uur geleden, die ene die belachelijk veel geld vroeg… De auto is al half volgeladen met locals, maar er is nog plek voor ons en voor 500 roepies mogen we allemaal mee, hoera! Dat is wel even een verschil met zijn vorige prijs… We weten dat we nog steeds 10x zoveel betalen als de locals maar goed, wat zijn we blij dat we hier weg kunnen!
Bhaktapur
Na een hobbelige weg en pijn aan onze handen van het vasthouden aan de reling komen we weer aan in Dhulikhel. Vanuit daar pakken we de bus naar Bhaktapur. Bhaktapur is een prachtige oude stad op zo’n 1 uur rijden vanaf Kathmandu. De trip met de bus is goed te doen en goedkoop. Je moet alleen even hulp vragen bij het vinden van de juiste bus, want dit gaat je in je eentje niet lukken als je geen Nepalees spreekt. Mensen zijn gelukkig heel vriendelijk, dus het is niet moeilijk.
Omdat Bhaktapur onder UNESCO werelderfgoed valt moet je 1500 roepies entree per persoon betalen om de stad in te mogen. Raak je ticket niet kwijt, want je loopt vaak ongemerkt ergens de stad uit, en als je terug de stad in wilt moet je je ticket kunnen laten zien. Je wilt niet twee keer zo’n hoog bedrag moeten betalen. Het loont overigens om toeristen die de stad verlaten te vragen of je hun ticket mag overkopen. Let wel even op hoe lang dit ticket geldig is, maar je kunt het in ieder geval die dag gebruiken en als je goed oplet dat je de stad niet per ongeluk verlaat heb je hem verder niet meer nodig.
We hebben van tevoren een hostel geboekt, Delight Guest House, want dit is een zeer toeristische plaats en we wilden het niet riskeren om een uur met onze spullen door de brandende zon te moeten lopen, zoals in Brazilie. Het is een fijn gasthuis waar we onze eigen kamer hebben, mét badkamer die nog schoon is ook.
Het uitzicht is wel even wennen… Deze stad is zwaar beschadigd door de aardbeving van 2015 en er ligt nog veel puin overal. Zonde, want dit is een van de oudste plekken in Nepal en heeft veel bezienswaardigheden die op de UNESCO werelderfgoedlijst staan. Gelukkig zijn er van die plekken nog heel veel over. Er zijn een aantal prachtige pleinen, zoals Durbar Square, Taumadhi Square en Pottery square.
De hele stad heeft een toeristische, gezellige sfeer en je kunt je hier makkelijk twee volle dagen vermaken met alle bezienswaardigheden. Volg echter niet de route uit Lonely Planet, in ieder geval vonden wij hier niet veel aan. Loop gewoon lekker rond, geniet op de vele terrasjes, eet lokale maaltijden en laat je verrassen door dingen die je op straat ineens tegenkomt, zoals in onze geval een parade met verkleedde mannen die achteraf heilig bleken te zijn.
Er zijn veel leuke plekken te ontdekken, bijvoorbeeld eettentjes met een gigantische, mooie binnentuin die je totaal niet verwacht had. Laat je leiden door TripAdvisor bij het plannen van de bezienswaardigheden die je wilt zien en restaurants waar je wilt eten.
Geef een reactie