Vanuit Taman Negara National Park willen we via Jerantut en Kuantan uiteindelijk naar Marang om daar de boot te pakken naar het eiland Kapas. Van wat we gehoord hebben moet dit eiland nog redelijk onontdekt zijn en niet erg toeristisch, dus dat spreekt ons wel aan. Dit in tegenstelling tot de Perhentian eilanden en Langkawi, waar iedereen naartoe lijkt te gaan.
Weg uit Taman Negara
Het lijkt eenvoudig om weg te komen uit Kuala Tahan, het dorpje waar we tijdens ons verblijf in Taman Negara verbleven. Volgens de medewerker in ons hostel gaat er iedere dag om 10u een lokale bus naar Jerantut voor een paar Ringgit per persoon. Het is echter wel een beetje onduidelijk waar deze bus komt, bijna iedereen vertelt ons iets anders. Uiteindelijk lopen we om kwart voor 10 richting de vermoedelijke bushalte. Onderweg zien we in de verte een bus stilstaan. Zou dat onze bus zijn? Hij staat niet in de buurt van een van de plekken die ons verteld is. We besluiten toch maar een sprintje te trekken om het te vragen. Helaas zijn we met al onze bepakking niet erg snel en rijd de bus net voor onze neus weg, ondanks uitbundig zwaaien. Nou ja, dan zal het hem wel niet geweest zijn. Hij ging toch pas om 10 uur? We lopen verder naar een pleintje waar een grote touringcar staat. Misschien is dit de bus dan. Het ziet er niet uit als een lokale bus in onze ogen, maar de buschauffeur die uitstapt bevestigd dat dit de lokale bus is, maar dat we nog een kwartier moeten wachten tot hij vertrekt. Even voordat dat kwartier is afgelopen komt er een enorme stoet mensen met dikke koffers aan, en een vrouwtje met een aftekenlijst neemt hun kaartjes in en laat ze instappen. Dat is wel vreemd… We vragen het snel na, en helaas is dit dus gewoon een van de veel te dure touringcars naar Jerantut. De lokale bus is net weg, zegt ze nog vrolijk. Heel fijn! Bedankt meneer de buschauffeur voor de foutieve info. Had dan niks gezegd…
Lichtelijk beteuterd nemen we weer plaats op de stoeprand. De vrouw bij de bus is gelukkig wel behulpzaam en heeft gezegd ons mee te zullen nemen als er nog plek is. Wel veel duurder dan de lokale bus natuurlijk, maar het valt nog niet tegen. Een half uur later meldt ze helaas dat de bus toch vol is. Met de moed in de schoenen gaan we weer de straat op. Misschien is een taxi het overwegen waard, echter moeten we die bellen en is die vervolgens eerst een uur onderweg van Jerantut naar hier. Gelukkig zijn we inmiddels met nog 2 anderen die naar hetzelfde dorpje willen, dan kunnen we in ieder geval de kosten delen. Uiteindelijk vind één van hen een taxi in het dorp die ons nu direct kan brengen voor 100 Ringgit. Vooruit dan maar. Als we op de volgende lokale bus van half 3 wachten weten we zeker dat we vandaag niet verder komen dan Jerantut.
Kuantan
De taxi zet ons af op het busstation, waar we er al snel achter komen dat de bus naar Kuantan pas om 3 uur vanmiddag gaat. Dat wordt dus drie uur wachten op het busstation. Eenmaal in de bus krijgen we te horen dat het ook nog eens een rit is van 5 uur! Balen, dat hadden we eigenlijk niet verwacht. Gelukkig zit het Nederlandse stel wat we in Taman Negara hebben ontmoet in dezelfde bus en mogen we met hun telefoon alvast een overnachting boeken in Kuantan. Uitgehongerd en moe komen we aan in ons hostel, na nog een lokale bus en een lift van een behulpzame man op het busstation. We besluiten hier 2 nachten te blijven zodat we even kunnen bekomen van de hectiek en wat was kunnen doen. Helaas is er in de stad echt niks te doen en besteden we de meeste tijd aan bloggen.
Kapas eiland
Na twee nachten pakken we schoon en uitgerust een Uber naar het grote busstation, om vervolgens om 12u ’s middags per touringcar door te reizen naar Kuala Terranganu. In ieder geval, dat staat op ons kaartje, maar gelukkig blijkt dat we ook in Marang kunnen uitstappen en er niet eerst voorbij hoeven te rijden om vervolgens weer een andere bus naar Marang te zoeken. In Marang is het niet moeilijk om de Jetty te vinden vanaf waar de boten naar Kapas gaan, want dit staat duidelijk in onze Maps.me app. We kopen een kaartje, gooien nog snel een blog online en vertrekken naar het WiFi-loze eiland, heerlijk!
De boottocht duurt maar een minuut of 10 en eenmaal aangekomen gaan we op ons gemak op zoek naar een slaapplaats. Al snel komen we erachter dat veel accommodatie al vol zit… Volgens de accommodaties zelf, maar ook volgens mensen die gisteren zijn aangekomen en het hele strand al twee keer af gelopen hebben. Onze enige hoop is gevestigd op de camping aan de andere kant van het eiland dan waar we nu zijn. Ik kan niet zeggen dat we er erg vrolijk van worden om door het zand te lopen met onze zware tassen in de brandende zon. Als we dan ook nog te horen krijgen dat zelfs daar geen plaats meer is zakt de moed ons in de schoenen. Even zijn we in staat om de boot terug naar het vaste land te pakken. We besluiten de twee accommodaties die we hebben overgeslagen nog te vragen, voordat we alle hoop opgeven.
De eerste is wonderbaarlijk meteen raak. Met de afstandelijke houding van het personeel hadden we niet verwacht dat hier plek was. Er staat nog net geen “vraag mij alsjeblieft niets” op hun voorhoofd geschreven. Helaas is dit echt onze enige optie en met frisse tegenzin betalen we de 100 Ringgit voor een stinkend, heet hutje met een smerige badkamer en zonder ontbijt aan een chagrijnige meneer. Dikke pech. Het resort wat absoluut geen resort mag heten is genaamd Ombak en raden we sterk af aan iedereen die dit eiland bezoekt. We dumpen onze tassen en lopen snel terug naar de camping om een plaatsje voor morgen te reserveren. Dat is gelukkig mogelijk. De 30 Ringgit die we daar betalen voor een bed hebben we wel nodig om de aanslag op ons budget een beetje recht te trekken.
Eten is hier ook vrij aan de prijs. Het is natuurlijk een eiland en er zijn geen supermarkten dus toeristen zijn afhankelijk van de restaurants en daar maken ze aardig misbruik van. Gelukkig vinden we een leuk tentje met super vriendelijk personeel (dat hadden we echt even nodig) waar we graag ons geld aan geven. Of in ieder geval 1000x liever dan aan het restaurant bij Ombak. Die mensen krijgen geen cent meer van ons. Dit leuke resort en restaurant heet KBC en de man die hier werkt verteld dat er aankomend weekend (het is nu donderdag) een bruiloft is van een Nederlandse man en een Maleisische vrouw. Daarom zit alle accommodatie vol en is het zo druk op het eiland. We hebben inderdaad gemerkt dat er belachelijk veel toeristen rondlopen, zeker omdat we hadden gelezen dat het niet toeristisch zou zijn. We krijgen een heerlijk bord eten en dan proberen we alle frustratie aan de kant te zetten om wat te kunnen slapen.
Duiken op Kapas eiland
We besluiten de volgende dag dat de vibe op dit eiland voor ons niet goed voelt en we hier zo snel mogelijk weer vandaan willen. Wel willen we graag nog een duik maken, om te kijken of de geruchten van het prachtige duiken dan op zijn minst wel waar zijn. Er is slechts één duikschool op het eiland, maar de prijzen vallen ons enorm mee. Voor 130 Ringgit mag je al mee, en heb je je uitrusting en een dive master. 26 euro dus. We boeken voor vanmiddag, dan kunnen we als het heel erg mooi is morgenvroeg nog een duik doen met korting, en ’s middags de boot terug naar het vaste land pakken.
Het is nog vroeg, dus we verhuizen onze spullen naar een tentje en gaan lekker zwemmen. Dat hebben we hier nog niet eens gedaan. Het water is warm en helder en prachtig blauw. We horen een enthousiaste Nederlandse snorkelster terugkomen met het verhaal dat ze een rog heeft gezien, dat beloofd wat voor onze duik! We zijn blij dat de zon vandaag niet zo bakt als gisteren. Het is zelfs voornamelijk bewolkt, maar toch krijgen we het voor elkaar om te verbranden. Het was dan ook erg fijn in de zee en we zijn er minimaal een uur in gebleven, oeps!
Dan is het tijd voor duik nummer één. We hebben een groepje van 4 en een dive master, en op de boot zitten nog 2 anderen. Een fransman met een instructeur. We plonzen het water in en gaan op ontdekking. Riny spot zowaar een baby blauw gestippelde pijlstaartrog en wijst hem nog op tijd aan voor mij, erg gaaf! Wel gek dat papa en mama nergens te bekennen zijn… We zijn zo’n 5 minuten onder water als de dive master het signaal geeft voor “abort dive”. We moeten de duik afbreken en mee naar boven. Eenmaal daar wordt duidelijk waarom, er is een flinke storm op komst! De kapitein probeert met alles in zijn macht om het duo wat nog onder water is duidelijk te maken dat ze terug moeten komen, door middel van harde ijzer-op-ijzer tikken tegen de boot. Bij ons werkte het perfect, maar de anderen komen uiteindelijk pas zo’n 25 minuten later boven. Dikke pech voor ons, want dan hadden wij dus ook gewoon nog 25 minuten kunnen blijven. Eenmaal aan de kust is de zee al te wild voor de boot om op het strand te kunnen komen en moeten we met onze hele uitrusting het water uit wandelen. Gelukkig krijgen we morgen een herkansing. 5 minuten is natuurlijk geen duik te noemen, dus we hoeven deze niet te betalen en mogen morgenochtend opnieuw mee. Dat is wel netjes.
De volgende ochtend hebben we het geluk dat de duik in ieder geval afgemaakt wordt, maar het zicht is niet best, de groep is veel te groot en we zien weinig mooie dingen helaas. Wel zien we de grootste aal die we ooit gezien hebben met een kop zo groot als Riny’s vuist. Daaronder schuilt nog zo’n enorme vis, geel met grote rugvin stekels, maar we hebben geen idee wat het kan zijn. We lopen door naar de ferry waar we na een uur wachten eindelijk mee kunnen. Doei Kapas! Tot nooit!
Geef een reactie